|
Pinneke is op 8 september 1870 te Bergen op Zoom geboren als
Constantinus Anthonius Busch, zoon van Benedictus Johannes Wilhelmus
Busch en Constantia Anthonia van der Weijde.
Op
25-jarige leeftijd trouwt hij Anna Cornelia IJzermans (Wouw,
26-05-1865 - ??) en verhuist kort daarop naar Roosendaal. Het
echtpaar heeft 2 kinderen. Daar
drijft hij een bakkerij onder de naam 'De Hoop', gevestigd op de
hoek van de Molenstraat en de Damstraat. Erg succesvol is hij daar
niet. In 1906 wordt de bakkerij en de bovenwoning door de bank ter
veiling aangeboden ter vereffening van een schuld van Fl. 43.000,-.
Pinneke vertrekt met zijn vrouw naar Amsterdam.
Rond 1910 beginnen in Europa verschillende luchtvaartpioniers met
het bouwen van vliegtuigen en trachten zij het luchtruim te
betreden. Aangetrokken door de spanning, roem en het geld, volgen
veel avonturiers dit voorbeeld. En waarschijnlijk is dat ook de
reden voor Pinneke om zich op de luchtvaart te storten.
In april 1912 verschijnt er in de lokale Roosendaalse krant 'De
Grondwet' het bericht dat Busch tijdens een testvlucht vanaf de
Molenheide onder Zevenbergen is neergestort. Zijn vliegtuig is
geheel vernield, Pinneke komt er met wat schrammen van af. Op 22
juni vergaat het hem beter. Met zijn nieuwe vliegtuig, een
Vanderburger tweedekker, maakt hij een testvlucht op de Nederheide.
Volgens 'De Grondwet' vliegt Busch er prachtig mee. 'Hij maakte
eenige zeer schuine korte bochten, eenige vol planés, in het kort:
hij vloog als de beste.' Dit geeft hem voldoende vertrouwen voor de
vlucht vanaf de Wei van Boonen, achter de Kade te Roosendaal.
Op zaterdag 29 juni is het dan zover. Tegen 17.00 uur zijn al
duizenden toeschouwers naar het terrein achter De Kade gekomen,
wachtend op de dingen die komen gaan. Het weer is goed en er is geen
wind. Busch wil echter tot 19.00 uur wachten. Het weer slaat om.
Bovendien begint het publiek ongeduldig te worden. Men begint
Pinneke uit te dagen. Die word toch wel nerveus. Om 19.10 uur neemt
hij plaats in het stoeltje voor de motor. Even later slaat de motor
aan en het geluid zwelt aan tot stormgeloei. Het publiek wordt
enthousiast. Enkele mannen houden het vliegtuig bij de staart in
bedwang. Pinneke wenkt met zijn hand naar een padvinder, die te
dicht bij de machine staat, om hem weg te jagen. Dit gebaar wordt
door zijn helpers echter opgevat als een startsein en zij laten de
staart los. Pinneke kan nog net de stuurknuppel van het rijdende
vliegtuig pakken. Het vliegtuig wordt geplaagd door wind van
achteren en komt niet op tijd van de grond. Als het vliegtuig dan
eindelijk van de grond loskomt, stijgt het niet snel genoeg. Het
vliegt in de kruin van een boom en raakt de dakgoot van een woning
aan de Boulevard Antverpia, waarna het in de gang naast de woning
neerploft. Het toestel is vernield. Pinneke overleeft de crash
zonder noemenswaardig letsel. Het had echter heel anders kunnen
aflopen. In de Boulevard Antverpia stonden honderden mensen dicht
opeen gepakt. Op de daken van de huizen stonden tientallen
nieuwsgierigen. Zij waren ook in de bomen geklommen. Niemand raakt
echter gewond.
Gedesillusioneerd keert Pinneke terug naar zijn nieuwe thuis,
Amsterdam. Daar handelt hij in allerlei zaken, voornamelijk in vet.
Hij maakt soms deel uit van een combinatie die zaken doet met
Duitsland. Hij is internationaal bekend geworden met zijn mislukte
vliegpoging.
Op 22 oktober
1915 doet zijn vrouw aangifte van vermissing en in De
Telegraaf verschijnt een artikel over zijn verdwijning. ''Sedert
vrijdagavond 22 okt. wordt vermist: Constantijn Anthonius Busch, 45
jaar, mager glad gezicht, donkerblond haar, achter linkeroor een
lidteeken, gekleed met bruin colbertkostuum, donkergrijze winterjas
met fluweelen kraag en zwarte fantasiehoed. Spreekt met Brabantsch
dialect. Hij was in het bezit van pl.m. Fl.12.000 aan bankpapier.'
Nadien heeft niemand nog iets vernomen van Pinneke. Ook het geld
blijkt onvindbaar. Geruchten gaan dat Pinneke in Amerika zou
verblijven. De Grondwet van 13 januari 1925, dus bijna 10 jaar na
dato, bericht dat er schot in de zaak Busch zit. De politie is gaan
zoeken in een garage achter het pand Overtoom 23. Deze garage was
tien jaar eerder gebouwd. Onder de vloer vond men op een diepte van
60 cm, een zware betonnen plaat. Onder de plaat stuit de politie op
een grote, vrijwel vierkante pakkist. In de kist treft men een in
verre staat van ontbinding verkerend lijk aan, in een soort
zithouding met opgetrokken benen. Om een vingerkootje zit een ring
met een grote briljant. In de winterjas treft men de initialen C.B.
aan.
Het hele verhaal over vliegenier Pinneke leest
hier
in PDF-bestand.
Alle feiten over Pinneke (chronologie) op een rijtje, lees
hier
in PDF-bestand.
Bron:
Stichting Roos |