| 
              | 
          
            Goud. al vlug nadat de Engelsen het Duitse vrachtschip Renate 
			Leonhardt torpedeerden voor de kust van Nederland in de derde jaar 
			van de Eerste Wereldoorlog - augustus 1917 - ging het gerucht dat er 
			voor miljoenen goud in het gezonken schip lag. Had stoker Wolf, die 
			later zou deserteren, in de nacht voor het vertrek uit IJmuiden niet 
			met eigen ogen gezien dat de scheepsofficieren kleine kistjes aan 
			boord droegen en die onder een lading cacaobonen verborgen? En 
			had botterkapitein De Vries, nadat de 1550 ton metende Renate 
			Leonhardt tijdens een eerdere beschieting door de Engelsen en bij de 
			Razende Bol aan de grond liep, aan boord niet een geheimzinnig 
			gesprek gehad met een zenuwachtige jonge vrouw? Die jongedame 
			vreesde dat er genadeloos op het schip zou worden gejaagd, omdat 
			naar haar zeggen de Engelsen door verraad wisten dat de Renate 
			Leonhardt 754 kistjes goud en geheime staatspapieren van onschatbare 
			waarde aan boord had. Een lading cokes om in Scandinavië te ruilen 
			voor andere grondstoffen die de Duitse oorlogsindustrie hard nodig 
			had, dekte letterlijk de andere, geheime lading. De nerveuze vrouw 
			bleek later een van de twee dodelijke slachtoffers toen de Duitse 
			schip in augustus 1917 midscheeps werd geraakt en binnen enkele 
			ogenblikken zonk ten zuid-westen van het eiland Texel. 
			 Twintig 
			jaar later, in 1937, bereikte het gerucht over de geheime lading 
			goud fruitteler P. Visser uit Woudewormer, toen hij met Egmondsche 
			jutters in gesprek raakte over een hoeveelheid aangespoelde, goed 
			geconserveerde, cacaoboter, die volgens de jutters afkomstig moest 
			zijn van de "de cokesboot". Samen met sleepbootkapitein C. van 
			den Toorn en, later, architect P. Engel verzamelde Visser zo veel 
			mogelijk informatie over het konvooi waarvan de Renate Leonhardt 
			deel had uitgemaakt. De assuradeuren van de boot in Hamburg gaven 
			Visser c.s. een concessie voor een expeditie naar het wrak, op 
			fifty/fifty basis. In augustus 1939 werd het wrak gelokaliseerd met 
			de botter van dezelfde schipper de Vries die destijds de radeloze 
			jonge vrouw had gesproken. Een proefboring met een speciale 
			Siemensboor door het houten dek toonde sporen van cacaoboter aan. 
			De Tweede Wereldoorlog schortte de goudjacht op. Pas in 1947 kon het 
			expeditie terrein door de marine van mijnen worden vrijgemaakt. 
			Visser, Engel en Van den Toorn, die de ontwikkelingen rondom het 
			wrak zo goed mogelijk hadden gevolgd, waren ervan overtuigd dat de 
			goudschat nog aan boord was, maar moesten eerst de herfst van 1947 
			met storm en holle zee nog laten passeren. Het hoogtepunt van de 
			jacht op de goudschat brak aan toen in juli 1948 de botter UK 230 
			werd gecharterd, een gebeurtenis die veel aandacht trok in de media. 
			Visser c.s. zouden met de botter de exacte plaats van het wrak 
			bepalen en de voorbereidende werkzaamheden uitvoeren om het edele 
			metaal weer 'aan de schoot der zee ontfutselen'. "Maar de zee geeft 
			niet gemakkelijk terug, wat het zich eenmaal toeëigende," 
			waarschuwde het De Zaanlander, dagblad voor de Zaanstreek bij die 
			gelegenheid. De publiciteit en het optimisme van het ondernemende 
			drietal leidde tot een kleine goudkoorts en de oprichting van de 
			coöperatieve bergingsvereniging Renate Leonhardt U.A. ter berging 
			van 17.000 kilo goud (waarde destijds 72 miljoen gulden). De 
			aandelen van 25 tot 1000 gulden vonden hun weg naar 3300 
			'avonturiers' die ook wel eens een gokje wilden wagen. Inmiddels 
			hadden de Duitse assuradeuren een verzegelde brief gestuurd met de 
			juiste ladingspecificatie van het konvooi van 16 schepen waar de 
			Renate Leonhardt oorspronkelijk deel van uitmaakte. Over het konvooi 
			was de volgende lading verdeeld: 754 kisten goud, 54 kisten geld, 
			1440 ton cacaoboter, 7 okshoofden rum en 60 ton cokes. Aangezien 
			maar een deel van de lading was ter bestemming was gearriveerd of 
			later aangespoeld (de cacaoboter), werd de verwachting gestaafd, dat 
			in de ruimen van de Renate Leonhardt nog wat moois lag te wachten. 
			 Een deel van het kapitaal van de coöperatieve bergingsvereniging 
			werd gereserveerd voor de bouw van bergingstoren met werkput, 
			ontworpen door de architect-deelnemer Engel. Met hulp van de toren 
			moest het mogelijk zijn een duiker boven het wrak te laten afdalen, 
			waarna het geheime goud aan boord van de UK 230 zou worden gehesen. 
			De toren, die F 266.627,36 kostte en bij Lloyd's in Londen was 
			verzekerd, werd via foto's aan pers, publiek een deelnemers in het 
			avontuur getoond, maar heeft nooit dienst gedaan. De bergingstoren 
			werd niet zeewaardig geacht en de havenmeester gaf geen toestemming 
			voor vervoer van de toren door de Noordersluis bij IJmuiden. 
			Inmiddels had de handel en wandel van initiatiefnemer Visser de 
			nodige vragen opgeroepen. Visser bleek afkerig van paperassen en had 
			de gewoonte spontaan fooien uit te delen aan eenieder die volgens 
			hem bij de goudoperatie nog wel eens van nut zou kunnen zijn. De 
			bergingsonderneming versleet binnen korte tijd drie boekhouders, 
			terwijl accountants niet voor de jaarverslagen wilden tekenen. De 
			anticlimax had plaats tijdens een aandeelhoudersvergadering van de 
			Coöperatieve bergingsvereniging op 7 januari 1959. Vooral de heer 
			Kuyl uit Gorinchem stelde vragen. Hoe zat het met die post van F 
			4800 voor adviezen? Dat waren vooral technische adviezen volgens 
			Visser. En de post F 27.000 aan declaraties? Visser wilde slechts 
			kwijt dat de declaraties van de bestuursleden over de laatste vijf 
			jaren waren. Uiteindelijk toonde de eindbalans een verlies op het 
			kapitaal van F 462.779,35 en F 59.050,00 op de aandelen. Op de 
			ochtend van die laatste hectische vergadering werd de deels 
			gesloopte bergingstoren bij de sluis van IJmuiden verwijderd en 
			onder escorte van de havenmeester naar Amsterdam vervoerd, waar de 
			toren verder op de wal werd gesloopt. Het goud bleef rusten in de 
			ruimen van het getorpedeerde Duitse vrachtschip. Of was er helemaal 
			geen goud, zoals vele sceptici de geruchten al gelijk tegenspraken, 
			onder meer door te wijzen op het onlogische vervoer van cokes, goud 
			en geheime papieren over zee, terwijl een veilig alternatief 
			voorhanden was, namelijk vervoer per trein door het neutraal 
			Nederland. De Renate Leonhardt ligt volgens de laatste gegevens 
			van de dienst der hydrografie van de Koninklijke marine, die dateren 
			uit 1968, op een breedte van 53 graden, 01 minuten en negentien 
			seconden Noor, bij een lengte van 4 graden, 35 minuten en 4 seconden 
			Oost. |