|
Is de aangehoudene de dader?
Er
bestaat nog twijfel.
Nu de handelsreiziger Hendrikus
Adrianus Johannes S., 33 jaar, wonende op kamers Hobbemastraat 6 te
Amsterdam, gearresteerd als verdacht van den moord op mr. Wijsman,
blijft ontkennen de dader ter zijn en den aanwijzingen tot dusver
niet talrijk zijn, blijft men nog twijfelen of hij inderdaad de
pleger van den moord is. De Centrale recherche te Amsterdam
blijft van meening, dat het noch lang niet zeker is, dat hij
werkelijk de dader is. Het dozijn is bijna vol van soortgelijke
menschen, die doordat zij aan het opgegegeven signalement
beantwoordden, zijn aangehouden, doch spoedig daarop weer in
vrijheid gesteld.
Uit amsterdam meldt de N.R.Ct. d.d. gister:
Hoelanger hoe meer is het heden in den loop van den dag
waarschijnlijk geworden, dat de politie te Haarlem in den
Maandagavond door haar te Amsterdam aangehouden handelsreiziger S.
op een volkomen onschuldige de hand heeft gelegd. Niettemin werd
S. gisterenavond nog steeds gevangen gehouden. Dat de Haarlemsche
politie haar verdenking van S. nog niet had opgegeven, laat zich dan
ook wel eenigszins verklaren. Nog 's middags hebben de commissaris
te Haarlem en de hoofdcommissaris van politie te 's-Gravenhage de
verpleegster andermaal op het bureau te Haarlem met den verdachte
geconfronteerd. Zij hebben haar in de gelegenheid gesteld, hem in
alle rust en kalmte nog eens op te nemen, in verschillende
houdingen, zittend en staand, met gedekt en ongedekt hoofd, met en
zonder regenjas. Zeer pertinent bleef zij steeds volhouden dat zij
in S. den gezochten medereiziger herkende. Maar daartegenover
staan de in den namiddag ingekomen rapporten van het onderzoek, door
rechercheurs van Haarlemsche politie ingesteld naar het door S.
opgegeven alibi. De getuigen, die hij opgeeft, zijn een van zijn
vrienden, een advocaat te Amsterdan en diens vrouw, bij wie hij
beweerde den Oudejaarsavond te hebben doorgebracht, en nog twee
andere, te goeder naam en faam bekend staaned dames, die daar
eveneens als gasten waren geweest. Inderdaad verklren de getuigen,
dat S. den heelen Oudejaarsavond bij hen heeft doorgebracht. Slechts
een kleine tijdsruimte is niet aangevuld, maar S. geeft nog meer
getuigen op, die daaromtrent bevredigende inlichtingen zouden kunnen
verschaffen. Tot zoover de inlichtingen, welke ons vanavond
gegeven werden van de zijde der Haarlemsche politie. Van de
politie te Amsterdam vernamen we, dat de hierbovengenoemde advocaat
is mr. M. Levenbach, wonende Prinsengracht 679, die, evenals zijn
echtgenoote de beide andere dames, verklaart, dat S. den heelen
avond bij hen thuis is geweest. Hij was zeer vroeg gekomen. Tusschen
5 en 6 uur blijkt hij geweest te zijn bij een kapper in de
Marnixstraat om zich te laten scheren. Hier heeft hij een van de
beide andere dames in den winkel ontmoet en deze aangeboden een
pakje, dat ze bij zich had, voor haar mede te nemen naar de familie
levenbach, waar ze elkander dien avond toch zouden weersien. S. zou
's avonds zoo vroeg bij mr. L. gekomen zijn, dat er geen kwestie van
zou kunnen wezen, dat hij in den sneltrein gezeten heeft, waarin het
lijk van mr. Wijsman is gevonden. Nog minder zou hij tot Den Haag in
dien trein hebben kunnen zitten. Deze trein immers vertrok te 7.15
uit Amsterdam en S. is in elk geval nog voor 8 uur den huize van mr.
Levenbach gekomen. De heer en mevrouw Levenbach en de beide
andere dames zijn gistermiddag nar Haarlem gegaan, en hebben hun te
Amsterdam afgelegde verklarinen voor den commissaris van politie en
den officier van justitie aldaar herhaald.
Het leven
van den verdachte. Het N.v.d.D. heeft de volgende
bijzonderheden aangaande den verdachte vernomen: Met zijn broer
drijft hij in het huis aan de Hobbemastraat, op de tweede etage en
in- en exportzaak in manufacturen. Zijn moeder, een weduwe, woont in
Zandvoort. Hij leeft echter met zijn familie in onmin, omdat hij
betrekkingen onderhoudt met een vrouw, die van haar man, een
advocaat, gescheiden leeft. Op zijn kantoor heeft hij nog onlangs
kwestie gehad met zijn broer, dien hij met een revolver gedreigd
heeft. Een jongmensch, dat op het kantoor de telefoon bediende,
wilde daarom niet langer blijven. Het uiterlijk van den
gearresteerde klopt geheel met het signalement, dat de politie
verspreid heeft. Men beschreef hem als een forsche verschijning met
een dik bol, roodachtig gezicht. Hij had ook zijn haar achterover
gekamd. Ook moet hij een jas bezitten, die overeenstemt met de jas,
welke in het signalement beschreven wordt. De verdachte was vaak
op reis. Financieel moet hij er den laatsten tijd slecht voorgestaan
hebben. Naar het N.v.d.D. verder nog ter oore kwam, moet de
verdachte op Oudejaarsavond ongeveer 11 uur in het restaurant Dikker
en Thijs te Amsterdam geweest zijn. Zijn vrienden, in wier gezelschap
hij zich in dit restaurant bevond, bemerkten toen niets bijzonders
aan hem. Volgens het Vaderl. zou het vaststaan, dat de
aangehouden handelsreiziger deel had in een zaak, welke mr. Wijsman
voor de tegenpartij won.
Het verhoor.
Omtrent het verhoor van den verdachte meldt Het Volk: De
verdachte ontkent, gelijk gemeld, positief de dader te zijn. Hij
ontkent eveneens in den bewusten trein te hebben gezeten. Waar
hij op Oudejaarsavond dan wel was? werd hem gevraagd. Hij gaf
toen zijn alibi op, hetwelk in bijzonderheden zal worden onderzocht,
maar voor den ingewijde waren reeds dadelijk afwijkingen te
constateeren. Hij zei o.m. bij een barbier geweest te zijn. Op de
vraag, welke dan die barbier is geweest, bleef de verdachte evenwel
het antwoord schuldig, door te zeggen: "Dat weet ik niet meer".
De verdachte geeft zich alle moeite uiterst kalm te schijnen. Af en
toe was tijdens het verhoor echter groote zenuwachtiheid bij hem te
constateren. Men heeft op den aangehoudene geen revolver
gevonden. Desgevraagd verklaarde hij, een paar maanden geleden een
revolver op zicht te hebben gehad. Hij heeft die echter weer aan den
handelaar teruggezonden. Bij de confrontatie, die gistermiddag te
Haarlem plaats had tusschen de conducteurs van den betrokken trein
met den verdachte, zeiden de conducteurs dat zij den gearresteerde
niet konden herkennen. Twee rechercheurs hebben gistermorgen in
de Hobbemastraat in het kantoor van den gearresteerde een
huiszoeking gedaan. Hierin werden zij bijgestaan door den jongeren,
broer van den verdachte S. Verschillende bescheiden werden in
beslag genomen en naar het politiebureau te Haarlem overgebracht.
|