| 
              | 
          
              | 
         
        
        
          | 
              | 
          
              | 
         
        
        
          | 
              | 
          
            Het eerste gedeelte van onderstaande informatie was ca. november 
			1999 op de site van Xtreme.nl te lezen maar deze site bestaat niet 
			meer. 
			Hierin wordt wel opmerkelijk geschreven over Jacobus Lambertus 
			Wijsman in samenhang met de getorpedeerde Renate Leonhardt. 
			 
			In de delen 1 t/m 3 van Duistere krachten komt ook de naam 
			Jacobus Lambertus Wijsman voor. Om de Duistere krachten delen 
			geheel bij elkaar te houden, worden alle 7 hier weergegeven. De 
			exacte publicatie datum is niet meer te achterhalen maar zijn 
			waarschijnlijk van voor 2000. | 
         
        
        
          | 
              | 
          
              | 
         
        
          | 
              | 
          
            De Eerste Wereldoorlog lijkt in onze geschiedenisboekjes aan 
			Nederland voorbij te zijn gegaan. Niet helemaal terecht als je deze 
			twee Xtreme verhalen over duikboten, moord, spionage en goud tot je 
			neemt. 
			Duitse onderzeeboten maken op de Noordzee jacht naar elk geallieerd 
			schip. In de hitte van de strijd willen ze ook wel eens een neutraal 
			schip torpederen. Rotterdam, als internationale havenplaats, is een 
			broeinest van spionage en dubbelspel. De Engelse inlichtingendienst 
			en marine krijgen rechtstreeks van een hoge Nederlandse functionaris 
			waardevolle informatie over Duitse scheepskonvooien. Speelt die 
			latere vertrouweling van koningin Wilhelmina ook dubbelspel en 
			speelt hij ook informatie aan de Duitsers toe? Voor wie van 
			goudschatten, puzzelen en detectiveverhalen houdt intrigerend 
			leesvoer. 
			 
			François van 't Sandt en de Renate Leonhardt 
			Spionage, moord en zwart goud 
			 
			Een ander scheepswrak met een interessante goudmythe vlak bij de 
			Nederlandse kust is de Renate Leonhardt 
			 
			In Rotterdam is gedurende de Eerste Wereldoorlog François van 't 
			Sandt hoofd van de Rotterdamse rivierpolitie. Hij werkt voor de
			
			Nederlandse militaire inlichtingendienst GSIII. Als doorvoerhaven 
			was Rotterdam voor de oorlogvoerende partijen een centrum geworden 
			van spionage-activiteiten. Van 't Sandt houdt al die spionnen in 
			Rotterdam in de gaten. Maar hij speelt een rare dubbelrol. Met 
			goedvinden van de GSIII spioneert hij voor de Engelse 
			inlichtingendienst. Ook speelt hij wel eens informatie door aan de 
			Duitse geheime dienst. Heeft hij ooit iets doorgespeeld over dat er 
			geen Duits goud aan boord van de Tubantia was maar juist Engels 
			goud? En werd de Tubantia daarom door een Duitse onderzeeboot 
			getorpedeerd? Vanuit Rotterdam vertrekken Duitse konvooien met kolen 
			uit het Ruhrgebied naar Scandinavië waar de kolen geruild wordt voor 
			grondstoffen voor de Duitse oorlogseconomie. 
			 
			  Op 
			16 juli 1917 vertrekt een Duits konvooi uit Rotterdam. Onderdeel van 
			het konvooi maakt uit het schip Renate Leonhardt. Binnen de 
			Nederlandse territoriale wateren wordt het onbeschermde Duitse 
			konvooi aangevallen door een Engels eskader. In paniek zet de 
			kapitein van de Renate Leonhardt zijn schip op een zandbank bij 
			Bergen. Wanneer het schip de dag na de aanval weer vlot getrokken 
			wordt is het binnen een uur nadat het haar weg vervolgt getorpedeerd 
			door de Engelse onderzeeboot E34. Het lijkt er op of die 
			onderzeeboot heeft liggen wachten totdat de Renate Leonhardt voorbij 
			zou komen varen.  
			 
			François van 't Sandt zou de positie van de Renate Leonhardt hebben 
			doorgegeven aan de Engelse geheime dienst. Waarom zou op de Renate 
			Leonhardt eigenlijk goud aanwezig zijn? Tja, daar had de man van 
			koningin Wilhelmina, Prins Hendrik, alles mee te maken. Dat was een 
			Duitser en hij kon best wel eens in het complot zitten om de Duitse 
			keizer Wilhelm II te helpen. Het schip had als uiteindelijke 
			bestemming Hamburg en het zou best wel eens kunnen dat Hendrik zijn 
			Duitse keizer met een goudvoorraad wou helpen... . 
			 
			Na de Eerste Wereldoorlog was van 't Sandt hoofdcommissaris in Den 
			Haag. In die periode moest hij meerdere malen Prins Hendrik redden 
			als die weer chantabel werd. Hendrik hield ervan zijn vertier buiten 
			de deur te zoeken. Hij was bijv. een geregelde bezoeker van bordelen 
			en had aantoonbaar bewezen in 1918 een kind verwekt te hebben bij 
			een Haagse weduwe (de halfbroer van Prinses Juliana)! 
			Kwam van 't Sandt, als redder van Hendrik, er zo achter dat op de 
			Renate Leonhardt een goudschat verborgen was? Het blijven geruchten 
			die nu niet meer te staven zijn. 
			 
			Het verhaal van de Renate Leonhardt krijgt op oudejaarsavond 1921 
			nog een keer een vreemde wending. In de trein van Amsterdam naar Den 
			Haag wordt de met een pistoolschot vermoordde advocaat Mr. Jacques 
			Wijsman gevonden. Hij bleek betrokken te zijn bij de juridische 
			afwikkeling van de torpedering van de Renate Leonhardt binnen de 
			Nederlandse territoriale wateren. Het onderzoek naar de moord werd 
			persoonlijk geleid door toen hoofdcommissaris van 't Sandt! Een 
			dader van deze moord werd nooit gevonden.  
			Maar waarom leidde hoofdcommissaris van 't Sandt het onderzoek 
			persoonlijk? Om de zaak in de doofpot te stoppen? Wist Wijsman 
			teveel en moest hem het zwijgen worden opgelegd? Rond de Renate 
			Leonhardt heeft zich in de loop der tijd een web aan intriges 
			gesponnen. En... de vermeende goudschat van de Renate Leonhardt is 
			ook nog niet gevonden. De intrigant François van 't Sandt wordt in 
			1935 ontslagen als hoofdcommissaris. Zijn loopbaan sneuvelt nadat 
			een select clubje notabelen uit de allerhoogste kringen aantoont dat 
			hij met een web aan leugens een niet bestaande (!) tweede bastaard 
			van Prins Hendrik in de schoenen probeert te schuiven van jonkheer 
			van Vredenburch. Met de chantagepraktijken die uit dat complot voort 
			komen verdient van 't Sandt een hoop geld.  
			 
			Opmerkelijk genoeg lijkt koningin Wilhelmina niets daar van geweten 
			te hebben. Tijdens haar ballingschap in Londen tijdens de Tweede 
			Wereldoorlog stelt zij van 't Sandt aan als haar particulier 
			secretaris. Vele Engelandvaarders maken alleen de gevaarlijke 
			overtocht over de Noordzee al om haar te waarschuwen voor de 
			intrigant François van 't Sandt. In 1941 leidt dat tot zijn 
			uiteindelijke verdwijnen als spin in het web van het koningshuis en 
			spionage. Het wrak van de Renate Leonhardt ligt er bij Den Helder 
			wellicht ook door het toedoen van François van 't Sandt? Een 
			spannende vraag die nooit meer zal worden opgelost? 
  | 
         
        
          
             
           | 
          
            Duistere krachten - Deel 1 introductie 
			 
			In ons eerder gepubliceerde misdaaddossier over de moord op Mr. 
			Wijsman op oudejaarsnacht 1921 kregen we een intrigerende reactie 
			van iemand die anoniem wenste te blijven. De goede ingevoerde 
			anonymus schoof op fantasierijke wijze de mysterieuze moord op Mr. 
			Wijsman in de schoenen van mr. Louis Einthoven.  
			 
			Omdat we vroegen om reacties waar fantasie bij gebruikt mocht worden 
			maakte anonymus van mr. Louis Einthoven een hoofdcommissaris van Den 
			Haag die François van 't Sant opvolgde. Dit was, overigens 
			geoorloofd in ons Wijsman-'spel', historisch gezien onjuist. Mr. 
			Louis Einthoven was commissaris in Rotterdam en nogmaals benadrukt 
			hij kan op geen enkele wijze in verband gebracht worden met de moord 
			op mr. Wijsman in 1921.  
			 
			
			 Mr. Louis Einthoven (1896-1976) zou na zijn politietijd in Rotterdam 
			een interessante carrière doormaken in het bezette Nederland en als 
			hoofd BNV (Bureau Nationale Veiligheid) na 1945 furore maken in een 
			schimmig machtsspel. Discovery Planet-redacteur Ton Biesemaat rook 
			een interessant spoor maar wist en weet nog steeds niet waar hij zal 
			uitkomen.  
			 
			Werken de duistere krachten uit de Tweede Wereldoorlog nog steeds 
			door tot in onze tijd?  
			 
			
			Een spoor gevonden 
			Ik was nieuwsgierig geworden door de uitstekende informatie van 
			anonymus en besloot contact met hem te zoeken. Daardoor kwam ik 
			terecht in een intrigerend verhaal waarvan ik op dit moment nog niet 
			weet wat de uitkomst zal zijn. Ik kreeg een verhaal te horen dat me 
			in eerste instantie, net als zijn mr. Wijsman-theorie, fantasierijk 
			leek. Maar terwijl ik steeds meer kon checken werd het steeds 
			geloofwaardiger.  
			 
			In de komende dossiers in Discovery Planet zal ik zoveel mogelijk 
			proberen te onthullen van dit spannende verhaal. De dossiers over 
			dit verhaal zullen op onregelmatige wijze verschijnen omdat veel 
			informatie gecheckt moet worden. Het napluizen van bronnen op 
			geloofwaardigheid en interviewen van getuigen en experts kost nu 
			eenmaal veel tijd. Noodzakelijker wijs moet ik op dit moment 
			geheimzinnig blijven. Ook zal het dossier veel zijvertakkingen 
			kennen in onze recente geschiedenis vanaf de Tweede Wereldoorlog tot 
			en met het heden.
			  
			 
			
			Louis 
			Einthoven 
			Een figuur die een rol speelt in het ontrollende verhaal is mr. 
			Louis Einthoven. Nadat de Duitsers in 1940 Nederland bezet hadden 
			richtte hij in juli van datzelfde jaar samen met Johannes (Hans) Linthorst Homan 
			(Commissaris van de Koningin in Groningen) en de bedrijfskundige Jan 
			de Quay de Nederlandsche Unie op.  
			 
			Volgens de historicus Gerard Aalders van het Nederlands Instituut 
			voor Oorlogs Documentatie (NIOD) in het boek 'De Affaire Sanders' 
			had dit drietal de bedoeling een onafhankelijke Nederlandse staat te 
			handhaven in een Duitse invloedsfeer en zonder een Huis van Oranje.
			 
			 
			Het drietal aanvaardde de Duitse hegemonie in Europa en probeerde 
			een tegenwicht te bieden tegen de NSB. De Nederlandsche Unie had een 
			enorm succes en honderdduizenden Nederlanders werden lid van deze 
			beweging totdat ze in 1941 door de Duitsers werd verboden. In 1945 
			na de oorlog was de Nederlandsche Unie zeer omstreden bij het 
			verzet.  
			 
			Aalders in 'De affaire Sanders': "…dat de organisatie haar leden er 
			openlijk van had weerhouden verzet te plegen…". En zelfs in april 
			1941 had de Unie een begin gemaakt met een vorm van discriminatie 
			van joden. Ondanks zijn bedenkelijke Unie-verleden zou de Quay in 
			1945 minister van oorlog worden en later zelfs in 1959 premier. 
			Einthoven zou merkwaardig genoeg van 29mei 1945 tot en met 31 
			december 1946 de leiding krijgen over het Bureau Nationale 
			Veiligheid. Een inlichtingendienst die oorlogsmisdadigers, 
			landverraders en foute Nederlanders moest opsporen!  
			 
			Na het einde van het BNV in 1946 zou Einthoven overigens hoofd 
			worden van de BVD (Binnenlandse Veiligheids Dienst). Over de rol van 
			Einthoven bij de BNV vlak na het einde van de Tweede Wereldoorlog 
			meer in ons Dossier Duistere Krachten deel 2. | 
         
        
          | 
              | 
          
            		Duistere krachten - Deel 2 
					 
					mr. Louis Einthoven en het Bureau Nationale Veiligheid 
					 Mr. 
					Louis Einthoven die samen met J. De Quay en J. Linthorst 
					Homan in 1940 de 
					Nederlandsche Unie had opgericht werd kort 
					na het einde van de Tweede Wereldoorlog benoemd tot hoofd 
					van het 
					Bureau Nationale Veiligheid (BNV). Dit bureau had 
					tot haar snelle einde op 31 december 1946 als taak om 
					inlichtingen in te winnen over collaborateurs, 
					landverraders, spionnen en zwarthandelaren gedurende de 
					Duitse bezetting.  
					 
					Verzet 
					Vanaf eind 1944, toen het zuidelijke gedeelte van Nederland 
					al bevrijd was, ontstond er een schimmige situatie wie tot 
					het verzet gerekend kon worden. Allerlei groepjes en 
					individuen die zich tot dan afzijdig hadden gehouden van 
					actief verzet tegen de nazi's roken nu hun kans om zich aan 
					de goede kant te scharen. Het was duidelijk dat de 
					Geallieerden de oorlog gingen winnen.  
					 
					Er ontstond zelfs in Den Haag op het einde van de oorlog een 
					samenwerkingsverband tussen de Duitse Sicherheitsdienst (SD) 
					en de schimmige onroerend goed magnaat Reindert Zwolsman. 
					Deze vervoerde met toestemming van de SD 's nachts wapens 
					voor het verzet en beroofde zwarthandelaren voor zijn eigen 
					gewin. Na de oorlog was het vaak onmogelijk om helderheid te 
					krijgen wie echt in het verzet had gezeten en wie een rol 
					voor zijn eigen materiële gewin had gespeeld. Spionage, 
					contraspionage, roof van joodse bezittingen, dubbelspel en 
					verdachte liquidaties waren in een haast onwarbare kluwen 
					geraakt.  
					 
					Helderheid 
					Een taak van het BNV onder Einthoven was het om daar 
					helderheid in te krijgen. Vanaf het begin was het BNV niet 
					voor die taak berekend. De verschillende afdelingen waarvan 
					het personeel veelal uit het verzet was gerekruteerd 
					vertrouwden elkaar niet. Niet alleen verdachten werden 
					afgeluisterd en in de gaten gehouden. Men draaide binnen het 
					BNV er de hand niet voor om ook collega's telefonisch af te 
					luisteren. Geheime, belastende dossiers werden gekopieerd en 
					gebruikt om politieke of zakelijke tegenstanders zwart te 
					maken. Mr. Louis Einthoven werd geacht in dat milieu en aan 
					die verscheurde organisatie leiding te geven. Een 
					onmogelijke zaak omdat Einthoven zelf mee deed aan het 
					schimmenspel van feiten wegmoffelen en komplotten smeden 
					tegen collega's van het BNV. Einthoven beschouwde als zijn 
					grootste tegenstander binnen het BNV zijn chef van de 
					opsporingsdienst Willem Evert Sanders.  
					 
					Beroemde namen 
					Bij het conflict tussen Einthoven en Sanders kwamen 
					mysterieuze zaken bij elkaar. Nog steeds beroemde en soms 
					nog actuele namen duiken in de botsingen tussen Einthoven en 
					Sanders op. King Kong (de mogelijke verrader van de Slag om 
					Arnhem), Zwolsman en prins Bernhard zijn daarvan 
					voorbeelden. Dat het hoofd van de BNV later de leiding kreeg 
					van 1949 t/m 1961 over de Binnenlandse Veiligheidsdienst 
					(BVD) is nog merkwaardiger als we weten dat Einthoven voor 
					het begin van de oorlog in verbinding had gestaan met de 
					Abwehr in Berlijn en de Gestapo in Hamburg. In deel 3 van 
					het dossier dat zondag verschijnt gaan we verder in op het 
					conflict tussen Sanders en Einthoven en de hierboven 
					genoemde illustere namen. Daarin introduceren we ook de 
					vader van onze anonieme tipgever.  
					 
					(Voor wie het bovenstaande als fantasie opvat vermelden we 
					dat de bron in dit deel 2 waarvan gebruik gemaakt is het 
					boek 'De Affaire Sanders - Spionage en intriges in 
					herrijzend Nederland' is. Discovery Planet heeft daarbij 
					expres alleen gebruik gemaakt van Deel 2 van dit boek van de 
					historicus Gerard Aalders omdat dit onder auspiciën van het 
					Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie is uitgekomen. Het 
					boek waarvan deel 1 geschreven is door dr. C. Hilbrink en 
					waarvan in 1996 het RIOD zich distantieerde is niet meer in 
					de boekhandel te krijgen.) 
  | 
         
        
          | 
              | 
          
            		Duistere krachten - Deel 3 
					 
					De arrestatie van Sanders 
					In deel 2 bespraken we hoe mr. Louis Einthoven de leiding 
					kreeg over het Bureau Nationale Veiligheid (BNV). Die 
					inlichtingen- en opsporingsdienst had als doel om 
					landverraders, spionnen, oorlogsmisdadigers en 
					zwarthandelaars op te sporen. In de chaotische tijd vlak na 
					het einde van de Tweede Wereldoorlog wemelde het van de 
					complotten en bespioneerden en chanteerden afdelingen van 
					het BNV zelfs elkaar.  
					 
					Arrestatie van Sanders  
					Via het misdaaddossier over de moord op mr. Wijsman kwam ik 
					in contact met mijn anonieme tipgever wiens vader bij het 
					BNV had gewerkt. De vader van mijn anonieme tipgever werkte 
					bij het BNV onder Willem Sanders die hoofd van de 
					opsporingsdienst was. Sanders werd door Einthoven en grote 
					gedeeltes van het BNV gewantrouwd en gehaat omdat hij zonder 
					aanziens des persoons onderzoeken deed in de handel en 
					wandel van vooraanstaande personen in de Tweede 
					Wereldoorlog.  
					 
					Gezien de belangen die op het spel stonden werden deze 
					onderzoeken door Sanders en bijv. de vader van mijn anonieme 
					tipgever niet geduld door Einthoven en het verstrengelde 
					netwerk van de naoorlogse machtselite. Teveel belastende 
					feiten uit de oorlog konden door Sanders toedoen boven water 
					komen. Op 2 september 1946 wordt Sanders daarom ontboden bij 
					minister-president Beel. Beel was in gezelschap van 
					Einthoven en had Sanders ontboden met al zijn 
					onderzoeksdossiers. Ter plekke werd Sanders gearresteerd en 
					zijn superieuren besloten de door Sanders dienst verzamelde 
					dossiers te vernietigen.  
					 
					De arrestatie van Sanders bleef niet onopgemerkt voor de 
					medewerkers van Sanders. O.a. de vader van mijn anonieme 
					tipgever wist dossiers te redden en achter te houden. Alle 
					betrouwbare medewerkers van Sanders opsporingsdienst werden 
					ontheven van hun positie. Zo werd de vader van mijn tipgever 
					teruggezet tot de rang van eenvoudig Amsterdams 
					verkeersagent.  
					 
					Englandspiel 
					De dossiers van Sanders joegen de hoge heren van na-oorlogs 
					Nederland veel angst aan. Daarom werd er zelfs door 
					medewerkers van de militaire staf van prins Bernhard binnen 
					Sanders opsporingsdienst gespioneerd. Om Sanders doen en 
					laten in de gaten te houden werd de goede vriend van prins 
					Bernhard Hans Teengs Gerritsen op 12 juli 1945 als tweede 
					man onder Sanders bij de opsporingsdienst van het BNV 
					geplaatst. De dienst van Sanders was in 1945 al gestart met 
					onderzoek naar het Englandspiel.  
					 
					Gedurende de Tweede Wereldoorlog waren Nederlandse geheime 
					agenten uit Engeland die per vliegtuig boven bezet gebied 
					werden gedropt stelselmatig in Duitse handen gevallen. Er 
					was hier duidelijk sprake van verraad. Of er een verbintenis 
					liep naar Engeland waar prins Bernhard en zijn 
					inlichtingendiensten in de oorlog werkten was een 
					belangrijke vraag van Sanders. Bekende verraders als King 
					Kong (Christiaan Lindemans) en Anton van der Waals speelden 
					een rol in het Englandspiel.  
					 
					King Kong was voor de slag bij Arnhem, die voor de 
					Geallieerden zo jammerlijk mislukte, kind aan huis geweest 
					bij het hoofdkwartier van prins Bernhard. De prins en Kink 
					Kong kenden elkaar persoonlijk. Schrijnend omdat de staf van 
					prins Bernhard had kunnen weten dat King Kong voor de Duitse 
					spionagedienst Abwehr werkte. In 1946 overleed King Kong op 
					de ziekenzaal van de Scheveningse gevangenis. Nooit is 
					definitief opgehelderd of King Kong naar het andere einde 
					van de wereld is geholpen door kringen rondom prins Bernhard 
					(bron: De Affaire Sanders – Gerard Aalders en Coen Hilbrink).
					 
					 
					Haagse illegaliteit 
					Reindert Zwolsman was een ander voorbeeld waarbij onderzoek 
					van Sanders te bedreigend werd voor een (in dit geval 
					katholieke) machtselite. Zwolsman verkeerde in de eindfase 
					van de oorlog in de Haagse illegaliteit. Die illegaliteit 
					had het echter grotendeels op een akkoordje gegooid met de 
					Duitsers. Zwolsman kon zich dankzij die samenwerking met de 
					Duitse Sicherheitsdienst verrijken. In het herrijzende 
					Nederland kon hij later schatrijk worden als 
					onroerend-goedmagnaat.  
					 
					Sanders kon hem uiteindelijk niet in de gevangenis krijgen 
					ondanks allerlei duistere zaken zoals het uitleveren van 
					mensen aan de Sicherheitsdienst en roofovervallen voor eigen 
					gewin op zwarthandelaren. Terwijl Zwolsman in voorarrest zat 
					bekeerde hij zich tot het katholieke geloof. Daardoor kwam 
					hij waarschijnlijk door toedoen van een machtig katholiek 
					netwerk vrij. Ondanks dat hij bijv. ook nog eens verdachte 
					was op de moord op advocaat de Boer op 30 mei 1945 (nb na de 
					oorlog dus). Deze advocaat zou teveel geweten hebben over de 
					duistere zaakjes van de Haagse illegaliteit.  
					 
					Geen gesloten dossier 
					Het zijn slechts twee schimmige voorbeelden van de 
					onderzoeken waarin Sanders en zijn opsporingsdienst 
					verwikkeld waren. Al die bedreigende onderzoeken waren er de 
					reden van dat hij gearresteerd werd. Uiteindelijk kon men 
					tegen Sanders geen zaak rond krijgen (men beschuldigde hem 
					van het kopiëren van dossiers) maar wel werd hij uit zijn 
					functie ontheven. De vader van mijn anonieme tipgever werd 
					zoals aangegeven gedegradeerd tot eenvoudig verkeersagent.
					 
					 
					Met het verdwijnen van Sanders en zijn opsporingsdienst en 
					daarna het BNV kwam er echter geen einde aan de 
					geheimzinnige affaires. Ondanks dat mr. Louis Einthoven de 
					leiding kreeg over de daarna zo beroemd geworden BVD bleven 
					de vele affaires doorsudderen. Tot in onze tijd eigenlijk. 
					Veel van de hoofdrolspelers in het dossier Duistere Krachten 
					zijn dood maar bij zeker één zaak lijkt het er op dat het 
					estafettestokje is overgenomen.  
					 
					De geduldige lezer die de afleveringen zal blijven volgen 
					krijgt een ingewikkeld maar ook ongelooflijk verhaal te 
					horen. In deel 4 dat in tegenstelling tot eerdere berichten 
					vrijdag verschijnt gaan we eens de dossiers en bevindingen 
					over verraad en oorlogsroof van de anonieme tipgever 
					bekijken. 
  | 
         
        
          | 
              | 
          
            		Duistere krachten - Deel 4 
					 
					De verdwenen geschiedenis 
					In deel 4 behandelden we de verdwijning van de dossiers van 
					het Bureau Nationale Veiligeid (BNV). Het schimmige spel van 
					samenzweringen, desinformatie verspreiden, bedrog, verraad 
					en spionage had Nederland in 1946 in zijn greep. Discovery 
					Planet achterhaalde verloren gewaande dossiers van het BNV 
					uit die periode. We openen met de vergeten zaak Carel 
					Prenger.  
					 
					Een duistere periode 
					Wie goed of fout in de oorlog was geweest was vaak 
					onduidelijk. Op de achtergrond werden dossiers en 
					onderzoeken tegen elkaar uitgespeeld. De periode kort na de 
					oorlog was een spel van spionage en contraspionage, moorden, 
					desinformatie verspreiden en bewust informatie laten lekken. 
					Een groot aantal mensen met politieke macht had sinds de 
					oorlogsperiode 1940-1945 boter op hun hoofd. In het deels 
					verwoeste en verarmde Nederland dat verscheurd werd door de 
					Indonesische kwestie en de ontwikkelende Koude Oorlog waren 
					complotten, manipulatie en samenzweringen aan de orde van de 
					dag. Gearresteerde of veroordeelde oorlogsmisdadigers konden 
					daarmee in dat politieke klimaat hun voordeel doen.  
					 
					De verdwenen geschiedenis 
					Op 2 september 1946 wordt Sanders ontboden bij 
					minister-president Beel. Ter plekke werd Sanders 
					gearresteerd en zijn superieuren besloten de door Sanders 
					dienst verzamelde dossiers te vernietigen. Men wist dat het 
					hoofd van de opsporingsdienst van het BNV bezig was met het 
					aanleggen van schaduwdossiers en daarvan ook nog 
					microfilmkopieën wou maken. Uiteindelijk werd Sanders 
					gedwongen 668 dossiers in te leveren. Merkwaardig was dat 
					Einthoven en Beel veel meer interesse hadden in dossiers die 
					er niet bij zaten zoals bijv. het dossier Zwolsman.  
					 
					Aan de activiteiten van het BNV en het vaak toch wel 
					chaotische speurwerk naar collaboratie met en spionage voor 
					de Duitse bezetter werd een einde gemaakt. Maar dat 
					betekende nog niet dat alle dossiers van het BNV ook in 
					handen gevallen waren van Beel en Einthoven. Individuele 
					medewerkers van het BNV wisten dossiers vlak voor ze soms 
					vernietigd werden te redden en achterover te drukken. Zulke 
					dossiers uit de geheimzinnige periode vlak na de Tweede 
					Wereldoorlog moeten nog her en der in Nederland een geheim 
					bestaan leiden.  
					 
					De goudroof / ontsnapping Carel Prenger 
					In elk geval had ik er kort geleden enkele van onder ogen. 
					Het waren dossiers die lukraak van de ondergang waren gered. 
					Dossiers waarin zelfmoord wel eens moord kon zijn. En rovers 
					van joods eigendom maar korte tijd hun straf uitzaten om 
					daarna in België een luxueus bestaan te leiden. De 
					informatie uit die dossiers heeft soms wat weg van de 
					beroemde Menten-affaire. Collaborateurs en 
					oorlogsmisdadigers die een korte straf kregen en daarna met 
					hun illegale vermogen als 'God in Frankrijk' leefden. Of 
					soms zelfs ontsnapten uit de handen van justitie.  
					 
					Maandag begin ik met de zaak Carel Prenger. Een verdachte 
					die op merkwaardige wijze ontsnapte en daarna nooit meer 
					werd teruggezien. Prenger stond onder verdenking betrokken 
					te zijn geweest bij de roof van goud van rijke Amsterdamse 
					joden. 
  | 
         
        
          | 
              | 
          
            		Duistere krachten - Deel 5 
					 
					Carel Prenger en het geroofde joodse goud 
					In deel 4 behandelden we de verdwijning van de dossiers van 
					het Bureau Nationale Veiligeid (BNV). Het schimmige spel van 
					samenzweringen, desinformatie verspreiden, bedrog, verraad 
					en spionage had Nederland in 1946 in zijn greep. Discovery 
					Planet achterhaalde verloren gewaande dossiers van het BNV 
					uit die periode. We openen met de vergeten zaak Carel 
					Prenger.  
					 
					Carel Prenger en het geroofde joodse goud 
					Signalement Hoofdverdachte 
					Naam : Carel Gerard Prenger  
					Geboren : 22 juni 1905 te Wolvega  
					Gehuwd met Helena Dekker  
					Verdacht van : het stelen van goud en bezittingen in de 
					Tweede Wereldoorlog van rijke Amsterdamse joden  
					Personages in deze zaak : Joop Gunderson alias Zwarte Joop, 
					Dries Riphagen, rechercheur Verbaan  
					De eerste vlucht van Carel Prenger 
					Op 9 februari 1946 stuurt Radio Omroep Hilversum een bericht 
					tot opsporing en arrestatie van Carel Prenger de ether in. 
					Onmiddellijk stellen de rechercheurs Knoop en van der Wiele 
					van de dienst politieke misdrijven in Amsterdam een 
					onderzoek in maar de vogel blijkt gevlogen. Op zijn 
					huisadres in de Vrolikstraat 387 IV was alleen de vrouw van 
					Carel Prenger aanwezig die niet wist waar haar man was. Wel 
					horen de rechercheurs van de 'dienst politieke misdrijven' 
					dat twee collega's van de 'dienst beheer vijandelijk 
					vermogen' zich intensief met haar man bemoeiden. Ondanks dat 
					Carel Prenger in de gevangenis op de Amstelveenscheweg 
					behoorde te zitten leverden de rechercheurs van de 'dienst 
					beheer vijandelijk vermogen' Carel Prenger regelmatig af op 
					zijn privé-adres. Zaterdag 9 februari 1946 nam Carel Prenger 
					de benen vanuit zijn woning. Waarom was iedereen zo 
					geïnteresseerd in hem? Uit het dossier dat Discovery Planet 
					in handen heeft gekregen blijkt dat Carel Prenger verdacht 
					werd van het bezit van geroofd joods goud met een destijds 
					waarde van 2,75 miljoen gulden. Op de dag dat Prenger 
					gevlogen blijkt te zijn brengen eerst de rechercheurs 
					Stappert en Thomasse van de 'dienst beheer vijandelijk 
					vermogen' drie keer een bezoek aan het huisadres van Carel 
					Prenger.  
					 
					De rechercheur Thomasse dreigt volgens de vrouw van Prenger 
					de voortvluchtige neer te schieten. De rechercheurs van 
					beide afdelingen vangen echter die dag bot. Plotseling 
					blijkt, via een in beslag genomen uit de gevangenis 
					gesmokkeld briefje, Carel Prenger op 29 maart 1946 weer in 
					de gevangenis te zitten. Hoe hij weer in de gevangenis is 
					terecht gekomen weten we niet.  
					 
					Passen voor Zuid-Amerika en goud 
					Het briefje gedateerd 29 maart 1946 van Carel Prenger in het 
					Huis van Bewaring II te Amsterdam aan een kennis van hem 
					genaamd Joop Gunderson alias Zwarte Joop leest als het begin 
					van een spannende thriller.  
					 
					(niet geredigeerd) "Joop den passen voor Zuid Amerika zijn 
					klaar 5 stuks - alleen de foto's moeten ze nog hebben. Al is 
					nog vijf dagen had gewerkt dan had alles klaar geweest - 
					maar waar ik een broodje goud wilde verkoopen bij Hannij de 
					Rond ophet Rembrandtsplein - die liet mij er in loopen. Joop 
					het diamant en goud van die Turksche Jood is er ook nog - de 
					rest heb ik verstopt dat kan ik zoo halen - als ik of wij 
					weg gaan. Vertel mij is Joop blijf jij hier of ga je ook 
					plijten."  
					Dit briefje, in het dossier dat Discovery Planet heeft, is 
					een eerste aanwijzing dat Carel Prenger samen met andere 
					Amsterdamse onderwereldfiguren zoals de geadresseerde Zwarte 
					Joop maar ook de beruchte Dries Riphagen (alias Al Capone) 
					betrokken was bij het verraden en beroven van Amsterdamse 
					joden. Van de voor de Duitse Sicherheitsdienst werkende 
					Riphagen is bekend dat hij zo'n 200 mensen de dood heeft 
					ingejaagd. Hij leverde joden aan de Duitsers uit terwijl hij 
					voorspiegelde ze te helpen naar Zwitserland te vluchten.  
					 
					Riphagen wist op 18 februari 1946 uit handen van justitie te 
					ontkomen. In een briefje gericht aan Zwarte Joop van 31 
					maart 1946 beweert Carel Prenger, terwijl hij in de 
					Amsterdamse gevangenis zit, dat hij weet waar Dries Riphagen 
					met nog vijf gezochten (genoemd worden Visee, Kloosterboer 
					en 3 S.D.'ers) zit ondergedoken. Die wachten om te 
					vertrekken richting Zuid-Amerika. Van Dries Riphagen is het 
					bekend dat hij uiteindelijk naar Argentinië wist te vluchten 
					en tot zijn dood in 1973 te Genève uit handen van de 
					Nederlandse justitie bleef.  
					In tegenstelling tot het verhaal van Riphagen is het verhaal 
					van Carel Prenger tot nu toe onbekend gebleven.  
					 
					Verbaan en het goud van de synagoge 
					In het dossier van de Amsterdamse politieke opsporingsdienst 
					zitten allerlei door die dienst in beslag genomen briefjes 
					gericht aan of afkomstig van Carel Prenger toen hij vanaf in 
					elk geval 29 maart 1946 weer gevangen zat. Joop Gunderson 
					alias Zwarte Joop aan wie veel briefjes van Prenger gericht 
					waren speelde onder één hoedje met een rechercheur van de 
					politieke opsporingsdienst. Die rechercheur, Johannes 
					Verbaan, liet volgens een rapport van hem d.d. 25 april 1946 
					Carel Prenger via Zwarte Joop doen geloven dat hij wel in 
					was om er voor te zorgen dat Prenger weer kon ontsnappen. De 
					rechercheur Verbaan was er van overtuigd dat Prenger de 
					beschikking had over het goudvermogen van de joodse 
					synagoge.  
					 
					Volgens zijn rapport zou het gaan om een partij goud ter 
					waarde van 2,75 miljoen gulden (waarde 1946) die door een 
					rabbijn van Dam in beheer zou zijn gegeven aan Carel Prenger. 
					Of we hier werkelijk te doen hebben met goud uit de synagoge 
					valt te betwijfelen. Waarschijnlijker is het dat hier sprake 
					is van geroofd goud en bezittingen van joden en niet 
					afkomstig uit de synagoge. Bij de goudschat uit de synagoge 
					moeten we waarschijnlijk meer denken aan een al mythisch 
					geworden begrip vlak na de Tweede Wereldoorlog.  
					 
					Schatgraven 
					Carel Prenger beweert dat de helft van de buit verborgen zit 
					in twee carbietbussen die ergens in Amsterdam onder water 
					liggen. Die twee bussen vol goud zouden bij elkaar wel 144 
					kilo wegen. Rechercheur Verbaan vertelt in zijn rapport dat 
					hij Carel Prenger weet te overtuigen dat ze samen met Zwarte 
					Joop er met de buit vandoor zullen gaan. Allemaal met als 
					eigenlijk doel de schat te onderscheppen voor justitie.  
					 
					Verbaan vertelt in zijn rapport dat hij Prenger op 
					dinsdagochtend 23 april 1946 samen met Zwarte Joop uit de 
					gevangenis haalt. Nadat ze eerst hun onderduikadres bekeken 
					hebben gaan ze per roeiboot op weg naar de plek waar volgens 
					Carel Prenger de goudschat verborgen ligt. Het gezelschap 
					wordt vanaf de weg geschaduwd door een auto vol 
					rechercheurs. Over het IJ varend bereiken de schatzoekers de 
					spoorbrug bij het einde van het Westerdok en begin van de 
					Korte Prinsengracht. Onder de tweede boog rechts van een 
					lichtmast als ze met hun rug naar het IJ stonden zou zich de 
					geroofde joodse schat moeten bevinden.  
					 
					De drie schatzoekers beginnen te dreggen en slaan inderdaad 
					een zwaar voorwerp aan. Prenger doet aan de rechercheur de 
					suggestie een touw bovenop de spoorbrug te bevestigen zodat 
					de zware goudschat goed gefixeerd zou zijn. Terwijl Verbaan 
					Prenger onder schot houdt klimmen ze via een soort 
					afvoerpijp naar boven! Op de spoorbrug aangekomen wordt het 
					touw zoals door Prenger voorgesteld aan de brugleuning 
					vastgemaakt. Even later nadert een trein en dat is het 
					moment dat justitie Carel Prenger voor het laatst zag.  
					 
					Vlak voordat de trein de rechercheur Verbaan en Carel 
					Prenger passeert rent Prenger voor de trein langs. Verbaan 
					heeft naar zeggen geen tijd om te schieten en moet wachten 
					totdat de trein gepasseerd is. Als hij de achtervolging 
					inzet is Carel Prenger voor de tweede maal en nu definitief 
					buiten bereik van de gerechtigheid. Ook het vermeende goud 
					werd niet teruggevonden.  
					 
					Het mysterie Prenger 
					Volgens de verschillende uit en in de gevangenis gesmokkelde 
					briefjes lijkt het er op of Carel Prenger ondanks de niet 
					gevonden goudschat de beschikking had over veel geroofd 
					joods goud en andere bezittingen. Zo heeft hij het over een 
					zekere Luk waar hij in de oorlog overvallen mee uitgevoerd 
					heeft en die bij arrestatie 85.000 gulden op zak had. 
					Daarnaast probeert hij telkens met goudstaven 'platten' of 
					'Russen' om te kopen (beide bargoens voor politie).  
					 
					Bovendien had Carel Prenger vanuit de gevangenis de 
					beschikking over valse passen. Daarnaast kende hij een 
					alternatief onderduikadres van een jood die volgens zijn 
					zeggen 16 joden aan de Sicherheitsdienst had verraden. Het 
					lijkt er op of Prenger meer een spel speelde met Verbaan dan 
					andersom. In de briefjes van Prenger speelt geld geen rol om 
					mensen om te kopen of auto's te regelen. Onduidelijk blijft 
					dus in het dossier van Discovery Planet hoeveel goud en 
					andere bezittingen Prenger mogelijk geroofd heeft in de 
					Tweede Wereldoorlog en waar het verborgen was.  
					 
					Waar is Carel Prenger gebleven? 
					In oktober 1946 vertrekt het schip de Stad Amsterdam IV 
					vanuit de haven van Amsterdam naar Antwerpen. De dienst 
					politieke misdrijven en het BNV zijn dan al in een stroom 
					van misleiding en chaos opgeheven. Een ex-lid van die dienst 
					rapporteert nog tevergeefs aan zijn nieuwe gewone 
					politiesuperieuren dat zich aan boord van dat schip goederen 
					van Carel Prengers kunnen bevinden. Hij wijst de Amsterdamse 
					politie er ook op dat de vrouw van Carel Prengers inmiddels 
					in Antwerpen verblijft. En hij vermoedt ook dat Carel 
					Prengers broer Sjef zich daar schuil houdt. Sjef Prenger 
					werd ook gezocht vanwege werkzaamheden voor de 
					Sicherheitsdienst en lidmaatschap van de N.S.B. en W.A. .
					 
					 
					Uit de stukken in ons dossier blijkt dat Prenger aan valse 
					passen kon komen. Is hij zoals aangekondigd in zijn briefjes 
					inderdaad vanuit Antwerpen uitgeweken naar Zuid-Amerika. Net 
					als zijn 'partner in crime' Dries Riphagen die ook, zoals 
					vele andere Nederlandse (oorlogs)misdadigers, vanuit België 
					is uitgeweken naar het veilige Zuid-Amerika? Zover we hebben 
					kunnen achterhalen is in elk geval Zwarte Joop niet 
					uitgeweken naar Zuid-Amerika. Van rechercheur Verbaan 
					vermoeden we dat hij na de affaire Prenger de dienst heeft 
					verlaten.  
					 
					Wie aanwijzingen heeft in dit spel mag het zeggen! Leefde of 
					leeft Carel Prenger met zijn directe familie van wie weet 
					het geroofde joodse goud of andere bezittingen ergens in 
					Zuid-Amerika? Of dook hij in Nederland, België of ergens 
					anders onder met een valse naam? 
  | 
         
        
          | 
              | 
          
            		Duistere krachten - Deel 6 
					 
					Reinder Zwolsman : van dubieuze verzetsman tot het 
					REM-eiland 
					Zwolsman werd na de oorlog gearresteerd en het Bureau 
					Nationale Veiligheid stelde onder Sanders een onderzoek in. 
					Reinder Zwolsman werd er van verdacht dat hij gehandeld had 
					in geroofd joods bezit en geld had verdiend aan de bouw van 
					bunkers voor de Duitse Atlantikwall (de verdedigingslinie 
					aan de kust die een Geallieerde invasie moest tegenhouden). 
					De man had zich in het verarmde, naoorlogse Nederland 
					bepaald onpopulair gemaakt door met zijn dubieus verdiende 
					geld te pronken en grote feesten te organiseren.  
					 
					Zwolsman en de katholieke elite 
					Kortom Reinder Zwolsman met zijn ongrijpbare oorlogsverleden 
					en zwart geld vermogen had veel vijanden. Maar hij had ook 
					machtige vrienden in de hoofdzakelijk katholieke politieke 
					elite van na 1945. Machtige politici als Kortenhorst en 
					Romme hielden volgens het Haagse geruchtencircuit hem de 
					hand boven het hoofd. Sanders van het BNV kwam eigenlijk tot 
					de conclusie dat, ofschoon hij ernstige verdenkingen had 
					tegen Zwolsman, nog geen feiten naar voren konden worden 
					gebracht die in die chaotische tijden tot bewijsvorming 
					konden leiden.  
					 
					Mede door het onderzoek van Sanders zat Zwolsman zijn 
					voorarrest van 4-12-1945 t/m 6-11-1946 uit. Sanders kon 
					(nog) niet bewijzen dat hij betrokken was geweest bij de 
					roof van joodse goederen of de bouw van Duitse bunkers. Maar 
					boze tongen beweerden dat de lichte straf die volgde,wel 
					eens te maken kon hebben met de plotselinge overgang van 
					Zwolsman in zijn gevangenis, tot het katholieke geloof.  
					 
					Zwolsman als gewaardeerde SD-handlanger 
					Toch was Zwolsman ondanks de relatief lichte straf geen 
					lieverdje geweest. In het laatste jaar van de oorlog was ook 
					de Sicherheitsdienst in Den Haag er wel van overtuigd 
					geraakt dat Duitsland aan de verliezende hand was. Het werd 
					tijd om je hachje te redden. Dezelfde conclusie had ook 
					Zwolsman gemaakt die in de oorlog via onroerend goed 
					transacties veel zwart geld had verdiend. Volgens zijn 
					accountant begon hij het Haagse verzet financieel te 
					ondersteunen voor totaal Hfl. 396.650,=. Maar Zwolsman hield 
					wel in de gaten dat hij met zijn transacties zelf zo'n 6 ton 
					overhield!  
					 
					Zwolsman wist zich met instemming van de SD in zo'n positie 
					te werken dat hij een ogenschijnlijk belangrijke steunpilaar 
					van het Haagse verzet werd. SD en het verzet begonnen op 
					zijn initiatief nauw met elkaar samen te werken met als 
					gemeenschappelijk doel dat er zo weinig mogelijk doden 
					zouden vallen. Tijdens vergaderingen van de SD en het Haagse 
					verzet werden afspraken gemaakt om wapenopslagplaatsen van 
					het verzet te centraliseren. Daardoor zouden avonturiers(!) 
					minder snel een wapen in handen kunnen krijgen waarmee een 
					Duitse militair kon worden geliquideerd.  
					 
					De gebruikelijke Duitse geldingsmaatregelen bleven dan ook 
					uit. Men zei wel dat in Den Haag in het laatste oorlogsjaar 
					geen bloed vloeide maar jenever! Met dekking van de SD 
					voelde Zwolsman zich als een vis in het water en had zich 
					precies zo'n positie verworven die hij wenste. De 
					samenwerking verliep zelfs zo soepel dat onder de veilige 
					SD-paraplu Zwolsman wapens van het verzet vervoerde. In Den 
					Haag was het operette-verzet aan de macht dat volgens 
					afspraak weinig tegen de Duitsers uitrichtte. Vrolijke noot 
					hierbij was dat in de winter een SD-wagen een wagen van het 
					verzet aansleepte omdat deze door de kou niet wilde starten.
					 
					 
					Het lijk in de tuin van de Ursula-kliniek 
					Waarom werd Zwolsman waarschijnlijk terecht door een groot 
					gedeelte van de bevolking gewantrouwd. Het is volgens Gerard 
					Aalders in de 'Affaire Sanders' aannemelijk dat Zwolsman 
					overvallen uitvoerde op zwarthandelaren in Wassenaar, Delft 
					en Katwijk en zich zo legitiem van nieuwe 'buit' voorzag.. 
					Ook speelde hij een nogal vreemde rol bij het opsporen van 
					een Duitse deserteur die uiteindelijk zijn leven bungelend 
					aan de galg verloor. Er werd gefluisterd dat Zwolsman van 
					deze deserteur afwilde omdat de Duitser een 'zwartboek' over 
					de SD bijhield waarin ook de rol van Zwolsman naar voren 
					kwam.  
					 
					De vreemdste affaire waarbij Zwolsman betrokken was speelde 
					zich af in de tuin van psychiatrische Ursula-kliniek in 
					Wassenaar waar het lijk gevonden werd van de collabarateur 
					van Hasselt. Van Hasselt zou drie leden van het verzet 
					hebben verraden en was daarom volgens een verhaal 
					neergeschoten maar zou de aanslag hebben overleefd. Zwolsman 
					zou daarna de man uit het ziekenhuis hebben gehaald en in de 
					kliniek hebben laten vermoorden. Het leek er op dat de 
					Ursula-kliniek zo af en toe diende als een soort 
					privé-gevangenis voor Zwolsman!  
					 
					Van Hasselt werd, volgens het wilde geruchtencircuit van die 
					dagen, geliquideerd omdat hij teveel van de handel en wandel 
					van Zwolsman afwist. Dit befaamde Ursula-kliniek incident, 
					werd dan ook weer later in verband gebracht met de 
					merkwaardige moord, vlak na de bevrijding, op de Haagse 
					advocaat de Boer in de Goudenregenstraat 146 te Den Haag. De 
					advocaat zou op 30 mei zijn neergeschoten omdat hij teveel 
					wist over de bedenkelijke gang van zaken in de Haagse 
					illegaliteit in de laatste oorlogsjaren.  
					 
					Van Nederlandsche Oost Compagnie tot REM-eiland 
					Een andere verdenking die op Zwolsman rustte was dat hij 
					arbeiders vanuit Nederland zou hebben uitgezonden om de 
					Duitse oorlogseconomie te ondersteunen. De arbeiders zou hij 
					nooit hebben betaald. Het is niet bekend of hij daarbij 
					samenwerkte met de Nederlandsche Oost Compagnie die door 
					Rost van Tonningen in het leven was geroepen of met de 'Culano' 
					van Dr. Hans Max Hirschfeld, waarover Ir. C. Staf, directeur 
					van de Nederlansche Heide Maatschappij, de scepter zwaaide. 
					Ondanks al die dubieuze acties kreeg Zwolsman gedekt door 
					inmiddels machtige politieke vrienden als Kortenhorst en 
					Romme, maar een lichte gevangenisstraf.  
					 
					Zijn rehabilitatie kreeg een stroomversnelling toen hij 
					zelfs per Koninklijk Besluit van 1950 de Bronzen Leeuw kreeg 
					voor zijn Haagse verzetswerk. Met zijn onroerend goed 
					imperium dat gebouwd was op wellicht dubieus kapitaal, ging 
					het in de jaren vijftig steeds beter. Zijn EMS (Exploitatie 
					Maatschappij Scheveningen) bemoeide zich met zulke 
					instituten als het Kurhaus en Zwolsman was ook de grote 
					inspirator achter de Scheveningse pier die nu in het bezit 
					is van het Van der Valk-concern. In de jaren zestig staat 
					Zwolsman aan de wieg van de geboorte van het REM-eiland. 
					Vanaf dit stalen platform in de Noordzee bij Scheveningen en 
					buiten de territoriale wateren willen een aantal industriële 
					tycoons een eerste commerciële Nederlandse TV-station 
					beginnen. Naast Zwolsman nemen ook Heerema, Verolme, Sidney 
					van den Bergh van Unilever en de bank Texeira de Mattos deel 
					aan dit avontuur. Dit REM-eiland avontuur wordt uiteindelijk 
					door ingrijpen van de marine verhinderd. Honderdduizenden 
					Nederlanders konden even dankzij Zwolsman genieten van de 
					avonturen van Mister Ed, het sprekende paard en de 
					herdershond Rintintin.  
					 
					Maar ook duizenden Nederlanders hadden aandelen REM-eiland 
					gekocht die, nadat de Texeira de Mattos bank klapte hun geld 
					kwijt waren. De VAT affaire staat nog menigeen bij ! Het 
					REM-eiland werd weer de basis voor de oprichting van de TROS 
					als omroepvereniging. Uiteindelijk ging het 
					Zwolsman-imperium ten onder en in een fraaie omkering van de 
					kansen nam bijvoorbeeld de joodse onroerend goed bezitter 
					Caransa een aantal bezittingen van Zwolsman over. Het kan 
					verkeren!  
					 
					De openstaande vragen 
					De vraag blijft of Zwolsman arbeiders via de Nederlandsche 
					Oost Compagnie naar het buitenland stuurde en in hoeverre 
					hij zijn kapitaal verdiend had met geroofde bezittingen? In 
					elk geval was Zwolsman een uitgelezen voorbeeld van iemand 
					die vooral in de laatste jaren van de oorlog optimaal 
					profiteerde van de chaotische toestand en na de oorlog kwam 
					hij betrekkelijk makkelijk van een onderzoek en vervolging 
					af.  
					 
					Zelfs de doortastende Sanders van het BNV wist weinig 
					belastend materiaal over Zwolsman boven tafel te krijgen, 
					afgeremd door het nog steeds zeer twijfelachtige ingrijpen 
					van Louis van Einthoven, zelfgekroond hoofd van het Bureau 
					Nationale Veiligheid en premier Beel middels Sanders 
					verrassende arrestatie. Wat ook de hier achterliggende 
					gronden mogen zijn of mogelijk politieke motivaties, zal 
					waarschijnlijk nooit geheel meer boven water komen; maar 
					merkwaardig blijft het feit dat een Einthoven, zeker niet 
					van onbesproken gedrag tijdens de oorlog, tot in de 
					zeventiger jaren zijn invloed kon blijven aanwenden om de 
					geschiedenis naar zijn hand te zetten.  
					 
					Maar net als de affaire Menten die in 1976 opspeelde nadat 
					Menten al in 1946 een lichte straf had gekregen hebben de 
					affaires uit een schijnbaar ver verleden de neiging telkens 
					weer de kop op te steken. 
  | 
         
        
          | 
              | 
          
            		Duistere krachten - Deel 7 
					 
					De zaak Menten 
					In ons onderzoek in het Dossier Duistere Krachten kwamen we 
					ook op het spoor van de zaak Menten. Vanuit Polen kregen we 
					zelfs nieuwe feiten aangedragen.  
					 
					Eén van de opmerkelijkste zaken die na de oorlog speelde was 
					de zaak Menten. In 1949 stond Pieter Nicolaas Menten terecht 
					omdat hij gedurende de Tweede Wereldoorlog gecollaboreerd 
					zou hebben met de Duitsers, in vreemde krijgsdienst was 
					getreden en kunstbezit geroofd zou hebben. Pieter Menten zou 
					de meeste van die vergrijpen gepleegd hebben in Oost-Polen.
					 
					 
					Menten weet zich gesteund door de advocaat, KVP-lid en 
					destijds voorzitter van de Tweede Kamer mr. L.G. Kortenhorst 
					handig uit die zaak te draaien. Naar verluid zou mr. 
					Kortenhorst de toen vorstelijke som van rond de 200.000 
					gulden getoucheerd hebben. Niet Menten maar zijn aanklagers 
					de commissaris van politie in Bloemendaal Piet van 
					IJzendoorn en de officier van justitie van het Bijzonder 
					Gerechtshof mr. Rohling komen door de zaak Menten in de 
					problemen.  
					 
					Het lijkt er op of in 1949 de zoveelste episode in het 
					Dossier Duistere Krachten zijn loop neemt. Collaborateurs en 
					oorlogsmisdadigers die dik verdiend hebben ontspringen de 
					dans dankzij politieke protectie. Goedwillende 
					rechtsdienaren komen à la het hoofd van de politieke 
					opsporingsdienst van de BNV Wim Sanders in de problemen.  
					 
					Terug in de tijd 
					In 1976 kondigt de schatrijke Pieter Menten aan dat hij op 
					21 juni een aantal van zijn kunstwerken zal laten veilen bij 
					Sotheby Mak van Waay. De arrogante Menten denkt dat hij na 
					1949 onaantastbaar is geworden. De hoofdredacteur van het 
					tijdschrift Accent Hans Knoop wordt vanuit Israël getipt dat 
					veel van het kunstbezit dat Menten in eigendom heeft wel 
					eens geroofd kan zijn uit Oost-Polen.  
					 
					Hans Knoop gaat op onderzoek uit en komt met schokkende 
					onthullingen. Pieter Menten zorgde gedurende 1941 t/m 1943 
					voor een waar schrikbewind in de door de nazi's bezette 
					streek Galicië. Al ver voor het begin van de Tweede 
					Wereldoorlog in 1939 was Pieter Menten die stamde uit een 
					rijke koopmansfamilie een vooraanstaande landeigenaar in de 
					uitlopers van het dicht beboste Karpatengebergte. Hij bezit 
					er uitgestrekte bosarealen en landgoederen.  
					 
					Daarnaast heeft hij belangen in de olie, een luciferfabriek, 
					rijstpellerijen en een cacaofabriek. Maar Menten wordt er 
					door de plaatselijke bewoners ook van verdacht dat hij een 
					Duitse spion is. Daarnaast is het vrijwel zeker dat hij door 
					Sir Henrie Deterding, de hoogste baas van de Bataafsche 
					Petroleum Maatschappij, daar is heen gestuurd. Het is 
					Mentens taak om het de gehate Russische communisten zo 
					moeilijk mogelijk te maken bij de net over de grens liggende 
					oliebronnen.  
					 
					De jacht van Hans Knoop 
					Hans Knoop duikt naar aanleiding van de tip in de zaak 
					Menten. Hij ontdekt dat Menten in 1949 de dans mede 
					ontsprong door een valse getuigenis van de joodse 
					kunstkenner Josef Stiglitz die gedurende de oorlogsjaren van 
					Menten in Polen bij hem in dienst was. Menten die geen 
					verstand van kunst had liet Stiglitz de kostbare kunstwerken 
					roven in het door de Duitsers bezette Polen. Die grote 
					plundering van de Poolse kunstschatten kwam op gang nadat in 
					een verraderlijke deling de Duitsers het westen van Polen 
					bezetten en de Sovjets het oosten. In 1941 vallen de nazi's 
					door middel van Operatie Barbarossa de Sovjetunie binnen.
					 
					 
					Het schrikbewind van de SS wordt nu uitgebreid over het op 
					de Russen veroverde oostelijke gebied. In 1939 moest Pieter 
					Menten vluchtten uit de omgeving van Lemberg (Lwow) toen de 
					Russen daar binnenvielen. Berooid komt hij aan in Krakau. In 
					1941 ziet hij zijn kans schoon en als tolk in het uniform 
					van SS-Hauptscharführer trekt hij achter de oprukkende 
					Duitse legers richting zijn vroegere bezittingen rondom 
					Lemberg. Menten weet dat hij door middel van moorddadige 
					plunderingen zich zelf kan verrijken. Hij is immers niet de 
					enige die dat doet. Nazi-kopstukken als de 
					NSDAP-generaalgouverneur Hans Frank van het bezette Polen, 
					Hermann Göring en de gevreesde SS-kopstukken Himmler en 
					Kaltenbrunner willen allemaal een deel van de buit.  
					 
					Kunstmoorden 
					Hans Knoop ontdekt dat Menten verantwoordelijk is voor de 
					dood van honderden communisten en joden in dorpen met namen 
					als Podhorodze, Uricz, Dowge, Kropivoik en Drogobitsch. Hij 
					vermoordt ook een vroegere rijke joodse grootgrondbezitter 
					Pistiner waarmee hij voor de oorlog op vriendschappelijke 
					voet stond. Ook wordt Menten er van verdacht in Lemberg 
					betrokken te zijn geweest bij de zogenaamde 
					professorenmoord. De chirurg en kunstverzamelaar prof. dr. 
					Ostrowski wordt vermoord en zijn uitgebreide kunstbezit 
					wordt geroofd.  
					 
					In 1943 rijden drie treinwagons vol geroofde kunstschatten 
					van Oost-Galicië naar de villa van Menten in Aerdenhout. 
					Pieter Menten keert definitief terug in Nederland. Dankzij 
					de geroofde kunstschatten is Menten een vermogend man die na 
					1949 ongestoord in luxe kan leven. Door Hans Knoop belandt 
					Pieter Menten in 1977 alsnog achter de tralies. Daar gaat 
					eerst nog een sensationele ontsnapping aan vooraf als Menten 
					vanuit zijn Blaricumse villa ontsnapt naar Zwitserland. Maar 
					daar weet Knoop hem ook weer op te sporen.  
					 
					Minister van justitie van Agt wankelt in de Tweede Kamer als 
					het falen van justitie aan de kaak wordt gesteld. Volgens 
					het Historisch Nieuwsblad (februari 2002) redt de historicus 
					Fasseur (o.a. biograaf van koninginWilhelmina) de politieke 
					loopbaan van (KVP-coryfee) van Agt. De onthullingen over en 
					de jacht op Pieter Menten zijn haast wel het hoogtepunt van 
					de naoorlogse journalistiek. Menten wordt berecht dankzij de 
					nieuwe feiten en verdwijnt achter de tralies. Zijn villa in 
					Ierland wordt tot tweemaal toe het doelwit van geheimzinnige 
					aanslagen. In 1988 overlijdt de schrik van Galicië als een 
					gebroken mens in een bejaardentehuis.  
					 
					Nieuwe feiten over de zaak Menten  
					Archiefonderzoek in Polen en vertalingen van Poolse boeken 
					brengen enkele nieuwe feiten naar boven in de opmerkelijke 
					Menten-zaak die in 1976 Nederland op haar grondvesten deed 
					schudden.  
					 
					In zijn boek 'De Zaak Menten' gaat Hans Knoop ook op bezoek 
					bij de broer van Pieter Menten. Dirk Menten woont 
					comfortabel in het Franse Cannes. Knoop vermeldt in zijn 
					boek dat Dirk Menten ook niet helemaal brandschoon was omdat 
					hij in België tot levenslange gevangenisstraf was 
					veroordeeld wegens economische collaboratie met de Duitsers. 
					Hij zou een leerfabriekje hebben gehad dat koppels voor de 
					Wehrmacht maakte.  
					 
					Volgens het Poolse boek 'Zbrodniarz spod znaku swastyki' van 
					Boris Antonenko Tichonovic (Wydawnictwo Prawnicze, Warszawa 
					1986) was Pieter Menten al voor 1943 weer voor korte tijd 
					terug in Nederland. In 1942 werd Pieter Menten volgens een 
					getuigenis van zijn chauffeur Tadeusz Podhorodecki vaak in 
					het gezelschap van een onbekende hoge SS-officier 
					gesignaleerd in Kiev, Riga, Lemberg en Krakau. Steeds was 
					hij op jacht naar kunstschatten die hij kon stelen van de 
					Poolse joden, katholieke kerk of aristocratie. Polen was 
					immers een kolonie geworden van de nazi's waar vooral de SS 
					naar hartelust plunderde en moordde.  
					 
					Kalt gestellt 
					Zowel joden als Polen waren voor de nazi's Untermenschen. 
					Het nazi schrikbewind was vele malen erger dan bijvoorbeeld 
					in het bezette Nederland. In 1942 is volgens het boek van 
					Tichonovic Pieter Menten daarna in Berlijn, Brussel, 
					Nederland en ontmoet hij in Parijs zijn broer Dirk. Pieter 
					Menten was in die tijd bevreesd voor Ernst Kaltenbrunner die 
					later in 1943 hoofd van de Sicherheitsdienst zou worden (SS-Obergruppenführer). 
					Waarom was Menten zo bang voor Kaltenbrunner? Beter gezegd 
					is eigenlijk wie was er niet bang voor Kaltenbrunner? Zelfs 
					de in rang hogere Heinrich Himmler, de opperbaas van de SS, 
					was op het einde van de oorlog doodsbang voor de fanatieke 
					en niets ontziende Kaltenbrunner.  
					 
					In Polen was niet alleen een verschrikkelijke 
					uitroeingsoorlog aan de gang tegen Polen en joden. De 
					verschillende hogere en iets lagere SS'ers en nazi's roofden 
					voor eigen belang het land leeg. De in theorie alleenheerser 
					over Polen gouverneurgeneraal Frank leefde in grote en 
					luxueuze stijl en na de oorlog werden in zijn privé-huis in 
					het Beierse Neuhaus geroofde schilderijen aangetroffen van 
					Raphael, Leonardo da Vinci en Rembrandt. Maar Frank was niet 
					de enige die moordde en plunderde. Himmler, Kaltenbrunner en 
					Göring wilden ook hun deel van de buit. De sluwste rover in 
					Galicië was dr. Karl Lasch. Deze gouverneur van Galicië en 
					het Radom-district deelde zijn buit niet met de hogere 
					SS-kopstukken. Dat werd Lasch noodlottig en hij werd 'kalt 
					gestellt'. Lasch was een protégé geweest van de 'burger' 
					Frank. De SS van Himmler had een machtsstrijd gewonnen.  
					 
					Treinwagons 
					Ook de activiteiten van Pieter Menten voor eigen gewin 
					liepen teveel in de gaten. Op 18 januari werd Menten 
					gearresteerd door de Gestapo. Het lijkt er op dat hij en 
					zijn opgeslagen kunstbezittingen in zijn huis in Krakau 
					(cynisch genoeg de vroegere residentie van de Nederlandse 
					consul) speelbal geworden waren van een spel tussen de 
					SS-kopstukken Himmler en Kaltenbrunner. Een hoge SS-officier 
					genaamd Sturmbannführer Kipka reist waarschijnlijk naar 
					Himmler in Berlijn en krijgt hem na drie weken verblijf in 
					de gevangenis vrij.  
					 
					Menten trekt daarna in SS-uniform en in gezelschap van 
					hogere SS-officieren op kunstroof door Oost-Polen, het 
					Baltische gebied en de Oekraïne. Maar in 1943 haalt hij al 
					zijn bezittingen en geroofde schatten uit zijn flat in 
					Lemberg en huis in Krakau omdat Kaltenbrunner hem weer op de 
					hielen zit. Drie treinwagons kunnen ongestoord door het 
					bezette Europa rijden.  
					 
					Vragen die openstaan maar waar naar in de Poolse en 
					Nederlandse archieven gespeurd wordt zijn: 
					Wat bespraken Pieter en Dirk Menten in Parijs? De verdeling 
					van de geroofde kunstschatten? Was Dirk Menten een minder 
					onschuldige fabrikant van Wehrmacht-koppels dan tot nu toe 
					aangenomen?  
					Wie waren de hogere SS-officieren waarmee Pieter Menten 
					Riga, Kiev, Lemberg en Krakau bezocht? Bekend is dat op het 
					einde van 1942 ook hogere Nederlandse SS-officieren dit 
					gebied bezochten.  
					Welk spel speelde Himmler en Kaltenbrunner met Menten en hoe 
					lagen de verhoudingen?  
					Pieter Menten kende de gouverneurgeneraal van Polen Frank 
					persoonlijk. Hij bezocht hem op zijn kasteel Wawel in Krakau 
					en in Mentens huis in Krakau waren veel SS- en SD-officieren 
					tijdens alcoholische feesten te gast. Beruchte namen zijn: 
					Kipka, Rosenbaum (SS-Polizeiführer Krakau), Schwartzweide, 
					Haferung, Tadeusz Wierzejski, Brigitta Frank en anderen. Het 
					lijkt er op dat Pieter Menten toegang had tot de hoogste 
					leden van de nazitop.  
					 
					Het is volgens het boek van Boris Antonenko Tichonovic 
					bekend dat de persoonlijke secretaris van Pieter Menten naar 
					het casino in Krakau ging met geheime boodschappen. Welke? 
					 
					Het lijkt er op dat hoge Nederlandse ambtenaren die onder de 
					Duitse bezetting in functie bleven en Nederlandse 
					industriëlen contacten hadden met het SS-Einsatzkommando 
					Galizien. Hadden ze ook contact met Pieter Menten?  
					Een heleboel vragen die niet allemaal meer opgelost zullen 
					worden zo ver na het einde van de Tweede Wereldoorlog. Toch 
					liggen er in Poolse archieven en bronnen informatie 
					verborgen over de zaak Menten die nog een net iets ander 
					licht werpen op wat we nu in Nederland weten.  
					 
					De jacht op meer informatie over de zaak Menten gaat in 
					Dossier Duistere Krachten verder. Want denk niet dat de 
					Tweede Wereldoorlog een afgesloten hoofdstuk is. Onnoemlijk 
					veel kunst, geld, edelstenen en goud is destijds geroofd. 
					Die geschiedenis begint nu pas te spelen. ANP-bericht van 
					woensdag 13 februari: "Banken zoeken nabestaanden van joodse 
					rekeninghouders." Waarom nu pas? | 
         
        
          | 
              | 
          
              | 
         
        
          | 
              | 
          
              | 
         
        
          | 
              | 
          
            <- Terug | 
           |