|
|
|
|
|
Het eerste gedeelte van onderstaande informatie was ca. november
1999 op de site van Xtreme.nl te lezen maar deze site bestaat niet
meer.
Hierin wordt wel opmerkelijk geschreven over Jacobus Lambertus
Wijsman in samenhang met de getorpedeerde Renate Leonhardt.
In de delen 1 t/m 3 van Duistere krachten komt ook de naam
Jacobus Lambertus Wijsman voor. Om de Duistere krachten delen
geheel bij elkaar te houden, worden alle 7 hier weergegeven. De
exacte publicatie datum is niet meer te achterhalen maar zijn
waarschijnlijk van voor 2000. |
|
|
|
De Eerste Wereldoorlog lijkt in onze geschiedenisboekjes aan
Nederland voorbij te zijn gegaan. Niet helemaal terecht als je deze
twee Xtreme verhalen over duikboten, moord, spionage en goud tot je
neemt.
Duitse onderzeeboten maken op de Noordzee jacht naar elk geallieerd
schip. In de hitte van de strijd willen ze ook wel eens een neutraal
schip torpederen. Rotterdam, als internationale havenplaats, is een
broeinest van spionage en dubbelspel. De Engelse inlichtingendienst
en marine krijgen rechtstreeks van een hoge Nederlandse functionaris
waardevolle informatie over Duitse scheepskonvooien. Speelt die
latere vertrouweling van koningin Wilhelmina ook dubbelspel en
speelt hij ook informatie aan de Duitsers toe? Voor wie van
goudschatten, puzzelen en detectiveverhalen houdt intrigerend
leesvoer.
François van 't Sandt en de Renate Leonhardt
Spionage, moord en zwart goud
Een ander scheepswrak met een interessante goudmythe vlak bij de
Nederlandse kust is de Renate Leonhardt
In Rotterdam is gedurende de Eerste Wereldoorlog François van 't
Sandt hoofd van de Rotterdamse rivierpolitie. Hij werkt voor de
Nederlandse militaire inlichtingendienst GSIII. Als doorvoerhaven
was Rotterdam voor de oorlogvoerende partijen een centrum geworden
van spionage-activiteiten. Van 't Sandt houdt al die spionnen in
Rotterdam in de gaten. Maar hij speelt een rare dubbelrol. Met
goedvinden van de GSIII spioneert hij voor de Engelse
inlichtingendienst. Ook speelt hij wel eens informatie door aan de
Duitse geheime dienst. Heeft hij ooit iets doorgespeeld over dat er
geen Duits goud aan boord van de Tubantia was maar juist Engels
goud? En werd de Tubantia daarom door een Duitse onderzeeboot
getorpedeerd? Vanuit Rotterdam vertrekken Duitse konvooien met kolen
uit het Ruhrgebied naar Scandinavië waar de kolen geruild wordt voor
grondstoffen voor de Duitse oorlogseconomie.
Op
16 juli 1917 vertrekt een Duits konvooi uit Rotterdam. Onderdeel van
het konvooi maakt uit het schip Renate Leonhardt. Binnen de
Nederlandse territoriale wateren wordt het onbeschermde Duitse
konvooi aangevallen door een Engels eskader. In paniek zet de
kapitein van de Renate Leonhardt zijn schip op een zandbank bij
Bergen. Wanneer het schip de dag na de aanval weer vlot getrokken
wordt is het binnen een uur nadat het haar weg vervolgt getorpedeerd
door de Engelse onderzeeboot E34. Het lijkt er op of die
onderzeeboot heeft liggen wachten totdat de Renate Leonhardt voorbij
zou komen varen.
François van 't Sandt zou de positie van de Renate Leonhardt hebben
doorgegeven aan de Engelse geheime dienst. Waarom zou op de Renate
Leonhardt eigenlijk goud aanwezig zijn? Tja, daar had de man van
koningin Wilhelmina, Prins Hendrik, alles mee te maken. Dat was een
Duitser en hij kon best wel eens in het complot zitten om de Duitse
keizer Wilhelm II te helpen. Het schip had als uiteindelijke
bestemming Hamburg en het zou best wel eens kunnen dat Hendrik zijn
Duitse keizer met een goudvoorraad wou helpen... .
Na de Eerste Wereldoorlog was van 't Sandt hoofdcommissaris in Den
Haag. In die periode moest hij meerdere malen Prins Hendrik redden
als die weer chantabel werd. Hendrik hield ervan zijn vertier buiten
de deur te zoeken. Hij was bijv. een geregelde bezoeker van bordelen
en had aantoonbaar bewezen in 1918 een kind verwekt te hebben bij
een Haagse weduwe (de halfbroer van Prinses Juliana)!
Kwam van 't Sandt, als redder van Hendrik, er zo achter dat op de
Renate Leonhardt een goudschat verborgen was? Het blijven geruchten
die nu niet meer te staven zijn.
Het verhaal van de Renate Leonhardt krijgt op oudejaarsavond 1921
nog een keer een vreemde wending. In de trein van Amsterdam naar Den
Haag wordt de met een pistoolschot vermoordde advocaat Mr. Jacques
Wijsman gevonden. Hij bleek betrokken te zijn bij de juridische
afwikkeling van de torpedering van de Renate Leonhardt binnen de
Nederlandse territoriale wateren. Het onderzoek naar de moord werd
persoonlijk geleid door toen hoofdcommissaris van 't Sandt! Een
dader van deze moord werd nooit gevonden.
Maar waarom leidde hoofdcommissaris van 't Sandt het onderzoek
persoonlijk? Om de zaak in de doofpot te stoppen? Wist Wijsman
teveel en moest hem het zwijgen worden opgelegd? Rond de Renate
Leonhardt heeft zich in de loop der tijd een web aan intriges
gesponnen. En... de vermeende goudschat van de Renate Leonhardt is
ook nog niet gevonden. De intrigant François van 't Sandt wordt in
1935 ontslagen als hoofdcommissaris. Zijn loopbaan sneuvelt nadat
een select clubje notabelen uit de allerhoogste kringen aantoont dat
hij met een web aan leugens een niet bestaande (!) tweede bastaard
van Prins Hendrik in de schoenen probeert te schuiven van jonkheer
van Vredenburch. Met de chantagepraktijken die uit dat complot voort
komen verdient van 't Sandt een hoop geld.
Opmerkelijk genoeg lijkt koningin Wilhelmina niets daar van geweten
te hebben. Tijdens haar ballingschap in Londen tijdens de Tweede
Wereldoorlog stelt zij van 't Sandt aan als haar particulier
secretaris. Vele Engelandvaarders maken alleen de gevaarlijke
overtocht over de Noordzee al om haar te waarschuwen voor de
intrigant François van 't Sandt. In 1941 leidt dat tot zijn
uiteindelijke verdwijnen als spin in het web van het koningshuis en
spionage. Het wrak van de Renate Leonhardt ligt er bij Den Helder
wellicht ook door het toedoen van François van 't Sandt? Een
spannende vraag die nooit meer zal worden opgelost?
|
|
Duistere krachten - Deel 1 introductie
In ons eerder gepubliceerde misdaaddossier over de moord op Mr.
Wijsman op oudejaarsnacht 1921 kregen we een intrigerende reactie
van iemand die anoniem wenste te blijven. De goede ingevoerde
anonymus schoof op fantasierijke wijze de mysterieuze moord op Mr.
Wijsman in de schoenen van mr. Louis Einthoven.
Omdat we vroegen om reacties waar fantasie bij gebruikt mocht worden
maakte anonymus van mr. Louis Einthoven een hoofdcommissaris van Den
Haag die François van 't Sant opvolgde. Dit was, overigens
geoorloofd in ons Wijsman-'spel', historisch gezien onjuist. Mr.
Louis Einthoven was commissaris in Rotterdam en nogmaals benadrukt
hij kan op geen enkele wijze in verband gebracht worden met de moord
op mr. Wijsman in 1921.
Mr. Louis Einthoven (1896-1976) zou na zijn politietijd in Rotterdam
een interessante carrière doormaken in het bezette Nederland en als
hoofd BNV (Bureau Nationale Veiligheid) na 1945 furore maken in een
schimmig machtsspel. Discovery Planet-redacteur Ton Biesemaat rook
een interessant spoor maar wist en weet nog steeds niet waar hij zal
uitkomen.
Werken de duistere krachten uit de Tweede Wereldoorlog nog steeds
door tot in onze tijd?
Een spoor gevonden
Ik was nieuwsgierig geworden door de uitstekende informatie van
anonymus en besloot contact met hem te zoeken. Daardoor kwam ik
terecht in een intrigerend verhaal waarvan ik op dit moment nog niet
weet wat de uitkomst zal zijn. Ik kreeg een verhaal te horen dat me
in eerste instantie, net als zijn mr. Wijsman-theorie, fantasierijk
leek. Maar terwijl ik steeds meer kon checken werd het steeds
geloofwaardiger.
In de komende dossiers in Discovery Planet zal ik zoveel mogelijk
proberen te onthullen van dit spannende verhaal. De dossiers over
dit verhaal zullen op onregelmatige wijze verschijnen omdat veel
informatie gecheckt moet worden. Het napluizen van bronnen op
geloofwaardigheid en interviewen van getuigen en experts kost nu
eenmaal veel tijd. Noodzakelijker wijs moet ik op dit moment
geheimzinnig blijven. Ook zal het dossier veel zijvertakkingen
kennen in onze recente geschiedenis vanaf de Tweede Wereldoorlog tot
en met het heden.
Louis
Einthoven
Een figuur die een rol speelt in het ontrollende verhaal is mr.
Louis Einthoven. Nadat de Duitsers in 1940 Nederland bezet hadden
richtte hij in juli van datzelfde jaar samen met Johannes (Hans) Linthorst Homan
(Commissaris van de Koningin in Groningen) en de bedrijfskundige Jan
de Quay de Nederlandsche Unie op.
Volgens de historicus Gerard Aalders van het Nederlands Instituut
voor Oorlogs Documentatie (NIOD) in het boek 'De Affaire Sanders'
had dit drietal de bedoeling een onafhankelijke Nederlandse staat te
handhaven in een Duitse invloedsfeer en zonder een Huis van Oranje.
Het drietal aanvaardde de Duitse hegemonie in Europa en probeerde
een tegenwicht te bieden tegen de NSB. De Nederlandsche Unie had een
enorm succes en honderdduizenden Nederlanders werden lid van deze
beweging totdat ze in 1941 door de Duitsers werd verboden. In 1945
na de oorlog was de Nederlandsche Unie zeer omstreden bij het
verzet.
Aalders in 'De affaire Sanders': "…dat de organisatie haar leden er
openlijk van had weerhouden verzet te plegen…". En zelfs in april
1941 had de Unie een begin gemaakt met een vorm van discriminatie
van joden. Ondanks zijn bedenkelijke Unie-verleden zou de Quay in
1945 minister van oorlog worden en later zelfs in 1959 premier.
Einthoven zou merkwaardig genoeg van 29mei 1945 tot en met 31
december 1946 de leiding krijgen over het Bureau Nationale
Veiligheid. Een inlichtingendienst die oorlogsmisdadigers,
landverraders en foute Nederlanders moest opsporen!
Na het einde van het BNV in 1946 zou Einthoven overigens hoofd
worden van de BVD (Binnenlandse Veiligheids Dienst). Over de rol van
Einthoven bij de BNV vlak na het einde van de Tweede Wereldoorlog
meer in ons Dossier Duistere Krachten deel 2. |
|
Duistere krachten - Deel 2
mr. Louis Einthoven en het Bureau Nationale Veiligheid
Mr.
Louis Einthoven die samen met J. De Quay en J. Linthorst
Homan in 1940 de
Nederlandsche Unie had opgericht werd kort
na het einde van de Tweede Wereldoorlog benoemd tot hoofd
van het
Bureau Nationale Veiligheid (BNV). Dit bureau had
tot haar snelle einde op 31 december 1946 als taak om
inlichtingen in te winnen over collaborateurs,
landverraders, spionnen en zwarthandelaren gedurende de
Duitse bezetting.
Verzet
Vanaf eind 1944, toen het zuidelijke gedeelte van Nederland
al bevrijd was, ontstond er een schimmige situatie wie tot
het verzet gerekend kon worden. Allerlei groepjes en
individuen die zich tot dan afzijdig hadden gehouden van
actief verzet tegen de nazi's roken nu hun kans om zich aan
de goede kant te scharen. Het was duidelijk dat de
Geallieerden de oorlog gingen winnen.
Er ontstond zelfs in Den Haag op het einde van de oorlog een
samenwerkingsverband tussen de Duitse Sicherheitsdienst (SD)
en de schimmige onroerend goed magnaat Reindert Zwolsman.
Deze vervoerde met toestemming van de SD 's nachts wapens
voor het verzet en beroofde zwarthandelaren voor zijn eigen
gewin. Na de oorlog was het vaak onmogelijk om helderheid te
krijgen wie echt in het verzet had gezeten en wie een rol
voor zijn eigen materiële gewin had gespeeld. Spionage,
contraspionage, roof van joodse bezittingen, dubbelspel en
verdachte liquidaties waren in een haast onwarbare kluwen
geraakt.
Helderheid
Een taak van het BNV onder Einthoven was het om daar
helderheid in te krijgen. Vanaf het begin was het BNV niet
voor die taak berekend. De verschillende afdelingen waarvan
het personeel veelal uit het verzet was gerekruteerd
vertrouwden elkaar niet. Niet alleen verdachten werden
afgeluisterd en in de gaten gehouden. Men draaide binnen het
BNV er de hand niet voor om ook collega's telefonisch af te
luisteren. Geheime, belastende dossiers werden gekopieerd en
gebruikt om politieke of zakelijke tegenstanders zwart te
maken. Mr. Louis Einthoven werd geacht in dat milieu en aan
die verscheurde organisatie leiding te geven. Een
onmogelijke zaak omdat Einthoven zelf mee deed aan het
schimmenspel van feiten wegmoffelen en komplotten smeden
tegen collega's van het BNV. Einthoven beschouwde als zijn
grootste tegenstander binnen het BNV zijn chef van de
opsporingsdienst Willem Evert Sanders.
Beroemde namen
Bij het conflict tussen Einthoven en Sanders kwamen
mysterieuze zaken bij elkaar. Nog steeds beroemde en soms
nog actuele namen duiken in de botsingen tussen Einthoven en
Sanders op. King Kong (de mogelijke verrader van de Slag om
Arnhem), Zwolsman en prins Bernhard zijn daarvan
voorbeelden. Dat het hoofd van de BNV later de leiding kreeg
van 1949 t/m 1961 over de Binnenlandse Veiligheidsdienst
(BVD) is nog merkwaardiger als we weten dat Einthoven voor
het begin van de oorlog in verbinding had gestaan met de
Abwehr in Berlijn en de Gestapo in Hamburg. In deel 3 van
het dossier dat zondag verschijnt gaan we verder in op het
conflict tussen Sanders en Einthoven en de hierboven
genoemde illustere namen. Daarin introduceren we ook de
vader van onze anonieme tipgever.
(Voor wie het bovenstaande als fantasie opvat vermelden we
dat de bron in dit deel 2 waarvan gebruik gemaakt is het
boek 'De Affaire Sanders - Spionage en intriges in
herrijzend Nederland' is. Discovery Planet heeft daarbij
expres alleen gebruik gemaakt van Deel 2 van dit boek van de
historicus Gerard Aalders omdat dit onder auspiciën van het
Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie is uitgekomen. Het
boek waarvan deel 1 geschreven is door dr. C. Hilbrink en
waarvan in 1996 het RIOD zich distantieerde is niet meer in
de boekhandel te krijgen.)
|
|
Duistere krachten - Deel 3
De arrestatie van Sanders
In deel 2 bespraken we hoe mr. Louis Einthoven de leiding
kreeg over het Bureau Nationale Veiligheid (BNV). Die
inlichtingen- en opsporingsdienst had als doel om
landverraders, spionnen, oorlogsmisdadigers en
zwarthandelaars op te sporen. In de chaotische tijd vlak na
het einde van de Tweede Wereldoorlog wemelde het van de
complotten en bespioneerden en chanteerden afdelingen van
het BNV zelfs elkaar.
Arrestatie van Sanders
Via het misdaaddossier over de moord op mr. Wijsman kwam ik
in contact met mijn anonieme tipgever wiens vader bij het
BNV had gewerkt. De vader van mijn anonieme tipgever werkte
bij het BNV onder Willem Sanders die hoofd van de
opsporingsdienst was. Sanders werd door Einthoven en grote
gedeeltes van het BNV gewantrouwd en gehaat omdat hij zonder
aanziens des persoons onderzoeken deed in de handel en
wandel van vooraanstaande personen in de Tweede
Wereldoorlog.
Gezien de belangen die op het spel stonden werden deze
onderzoeken door Sanders en bijv. de vader van mijn anonieme
tipgever niet geduld door Einthoven en het verstrengelde
netwerk van de naoorlogse machtselite. Teveel belastende
feiten uit de oorlog konden door Sanders toedoen boven water
komen. Op 2 september 1946 wordt Sanders daarom ontboden bij
minister-president Beel. Beel was in gezelschap van
Einthoven en had Sanders ontboden met al zijn
onderzoeksdossiers. Ter plekke werd Sanders gearresteerd en
zijn superieuren besloten de door Sanders dienst verzamelde
dossiers te vernietigen.
De arrestatie van Sanders bleef niet onopgemerkt voor de
medewerkers van Sanders. O.a. de vader van mijn anonieme
tipgever wist dossiers te redden en achter te houden. Alle
betrouwbare medewerkers van Sanders opsporingsdienst werden
ontheven van hun positie. Zo werd de vader van mijn tipgever
teruggezet tot de rang van eenvoudig Amsterdams
verkeersagent.
Englandspiel
De dossiers van Sanders joegen de hoge heren van na-oorlogs
Nederland veel angst aan. Daarom werd er zelfs door
medewerkers van de militaire staf van prins Bernhard binnen
Sanders opsporingsdienst gespioneerd. Om Sanders doen en
laten in de gaten te houden werd de goede vriend van prins
Bernhard Hans Teengs Gerritsen op 12 juli 1945 als tweede
man onder Sanders bij de opsporingsdienst van het BNV
geplaatst. De dienst van Sanders was in 1945 al gestart met
onderzoek naar het Englandspiel.
Gedurende de Tweede Wereldoorlog waren Nederlandse geheime
agenten uit Engeland die per vliegtuig boven bezet gebied
werden gedropt stelselmatig in Duitse handen gevallen. Er
was hier duidelijk sprake van verraad. Of er een verbintenis
liep naar Engeland waar prins Bernhard en zijn
inlichtingendiensten in de oorlog werkten was een
belangrijke vraag van Sanders. Bekende verraders als King
Kong (Christiaan Lindemans) en Anton van der Waals speelden
een rol in het Englandspiel.
King Kong was voor de slag bij Arnhem, die voor de
Geallieerden zo jammerlijk mislukte, kind aan huis geweest
bij het hoofdkwartier van prins Bernhard. De prins en Kink
Kong kenden elkaar persoonlijk. Schrijnend omdat de staf van
prins Bernhard had kunnen weten dat King Kong voor de Duitse
spionagedienst Abwehr werkte. In 1946 overleed King Kong op
de ziekenzaal van de Scheveningse gevangenis. Nooit is
definitief opgehelderd of King Kong naar het andere einde
van de wereld is geholpen door kringen rondom prins Bernhard
(bron: De Affaire Sanders – Gerard Aalders en Coen Hilbrink).
Haagse illegaliteit
Reindert Zwolsman was een ander voorbeeld waarbij onderzoek
van Sanders te bedreigend werd voor een (in dit geval
katholieke) machtselite. Zwolsman verkeerde in de eindfase
van de oorlog in de Haagse illegaliteit. Die illegaliteit
had het echter grotendeels op een akkoordje gegooid met de
Duitsers. Zwolsman kon zich dankzij die samenwerking met de
Duitse Sicherheitsdienst verrijken. In het herrijzende
Nederland kon hij later schatrijk worden als
onroerend-goedmagnaat.
Sanders kon hem uiteindelijk niet in de gevangenis krijgen
ondanks allerlei duistere zaken zoals het uitleveren van
mensen aan de Sicherheitsdienst en roofovervallen voor eigen
gewin op zwarthandelaren. Terwijl Zwolsman in voorarrest zat
bekeerde hij zich tot het katholieke geloof. Daardoor kwam
hij waarschijnlijk door toedoen van een machtig katholiek
netwerk vrij. Ondanks dat hij bijv. ook nog eens verdachte
was op de moord op advocaat de Boer op 30 mei 1945 (nb na de
oorlog dus). Deze advocaat zou teveel geweten hebben over de
duistere zaakjes van de Haagse illegaliteit.
Geen gesloten dossier
Het zijn slechts twee schimmige voorbeelden van de
onderzoeken waarin Sanders en zijn opsporingsdienst
verwikkeld waren. Al die bedreigende onderzoeken waren er de
reden van dat hij gearresteerd werd. Uiteindelijk kon men
tegen Sanders geen zaak rond krijgen (men beschuldigde hem
van het kopiëren van dossiers) maar wel werd hij uit zijn
functie ontheven. De vader van mijn anonieme tipgever werd
zoals aangegeven gedegradeerd tot eenvoudig verkeersagent.
Met het verdwijnen van Sanders en zijn opsporingsdienst en
daarna het BNV kwam er echter geen einde aan de
geheimzinnige affaires. Ondanks dat mr. Louis Einthoven de
leiding kreeg over de daarna zo beroemd geworden BVD bleven
de vele affaires doorsudderen. Tot in onze tijd eigenlijk.
Veel van de hoofdrolspelers in het dossier Duistere Krachten
zijn dood maar bij zeker één zaak lijkt het er op dat het
estafettestokje is overgenomen.
De geduldige lezer die de afleveringen zal blijven volgen
krijgt een ingewikkeld maar ook ongelooflijk verhaal te
horen. In deel 4 dat in tegenstelling tot eerdere berichten
vrijdag verschijnt gaan we eens de dossiers en bevindingen
over verraad en oorlogsroof van de anonieme tipgever
bekijken.
|
|
Duistere krachten - Deel 4
De verdwenen geschiedenis
In deel 4 behandelden we de verdwijning van de dossiers van
het Bureau Nationale Veiligeid (BNV). Het schimmige spel van
samenzweringen, desinformatie verspreiden, bedrog, verraad
en spionage had Nederland in 1946 in zijn greep. Discovery
Planet achterhaalde verloren gewaande dossiers van het BNV
uit die periode. We openen met de vergeten zaak Carel
Prenger.
Een duistere periode
Wie goed of fout in de oorlog was geweest was vaak
onduidelijk. Op de achtergrond werden dossiers en
onderzoeken tegen elkaar uitgespeeld. De periode kort na de
oorlog was een spel van spionage en contraspionage, moorden,
desinformatie verspreiden en bewust informatie laten lekken.
Een groot aantal mensen met politieke macht had sinds de
oorlogsperiode 1940-1945 boter op hun hoofd. In het deels
verwoeste en verarmde Nederland dat verscheurd werd door de
Indonesische kwestie en de ontwikkelende Koude Oorlog waren
complotten, manipulatie en samenzweringen aan de orde van de
dag. Gearresteerde of veroordeelde oorlogsmisdadigers konden
daarmee in dat politieke klimaat hun voordeel doen.
De verdwenen geschiedenis
Op 2 september 1946 wordt Sanders ontboden bij
minister-president Beel. Ter plekke werd Sanders
gearresteerd en zijn superieuren besloten de door Sanders
dienst verzamelde dossiers te vernietigen. Men wist dat het
hoofd van de opsporingsdienst van het BNV bezig was met het
aanleggen van schaduwdossiers en daarvan ook nog
microfilmkopieën wou maken. Uiteindelijk werd Sanders
gedwongen 668 dossiers in te leveren. Merkwaardig was dat
Einthoven en Beel veel meer interesse hadden in dossiers die
er niet bij zaten zoals bijv. het dossier Zwolsman.
Aan de activiteiten van het BNV en het vaak toch wel
chaotische speurwerk naar collaboratie met en spionage voor
de Duitse bezetter werd een einde gemaakt. Maar dat
betekende nog niet dat alle dossiers van het BNV ook in
handen gevallen waren van Beel en Einthoven. Individuele
medewerkers van het BNV wisten dossiers vlak voor ze soms
vernietigd werden te redden en achterover te drukken. Zulke
dossiers uit de geheimzinnige periode vlak na de Tweede
Wereldoorlog moeten nog her en der in Nederland een geheim
bestaan leiden.
De goudroof / ontsnapping Carel Prenger
In elk geval had ik er kort geleden enkele van onder ogen.
Het waren dossiers die lukraak van de ondergang waren gered.
Dossiers waarin zelfmoord wel eens moord kon zijn. En rovers
van joods eigendom maar korte tijd hun straf uitzaten om
daarna in België een luxueus bestaan te leiden. De
informatie uit die dossiers heeft soms wat weg van de
beroemde Menten-affaire. Collaborateurs en
oorlogsmisdadigers die een korte straf kregen en daarna met
hun illegale vermogen als 'God in Frankrijk' leefden. Of
soms zelfs ontsnapten uit de handen van justitie.
Maandag begin ik met de zaak Carel Prenger. Een verdachte
die op merkwaardige wijze ontsnapte en daarna nooit meer
werd teruggezien. Prenger stond onder verdenking betrokken
te zijn geweest bij de roof van goud van rijke Amsterdamse
joden.
|
|
Duistere krachten - Deel 5
Carel Prenger en het geroofde joodse goud
In deel 4 behandelden we de verdwijning van de dossiers van
het Bureau Nationale Veiligeid (BNV). Het schimmige spel van
samenzweringen, desinformatie verspreiden, bedrog, verraad
en spionage had Nederland in 1946 in zijn greep. Discovery
Planet achterhaalde verloren gewaande dossiers van het BNV
uit die periode. We openen met de vergeten zaak Carel
Prenger.
Carel Prenger en het geroofde joodse goud
Signalement Hoofdverdachte
Naam : Carel Gerard Prenger
Geboren : 22 juni 1905 te Wolvega
Gehuwd met Helena Dekker
Verdacht van : het stelen van goud en bezittingen in de
Tweede Wereldoorlog van rijke Amsterdamse joden
Personages in deze zaak : Joop Gunderson alias Zwarte Joop,
Dries Riphagen, rechercheur Verbaan
De eerste vlucht van Carel Prenger
Op 9 februari 1946 stuurt Radio Omroep Hilversum een bericht
tot opsporing en arrestatie van Carel Prenger de ether in.
Onmiddellijk stellen de rechercheurs Knoop en van der Wiele
van de dienst politieke misdrijven in Amsterdam een
onderzoek in maar de vogel blijkt gevlogen. Op zijn
huisadres in de Vrolikstraat 387 IV was alleen de vrouw van
Carel Prenger aanwezig die niet wist waar haar man was. Wel
horen de rechercheurs van de 'dienst politieke misdrijven'
dat twee collega's van de 'dienst beheer vijandelijk
vermogen' zich intensief met haar man bemoeiden. Ondanks dat
Carel Prenger in de gevangenis op de Amstelveenscheweg
behoorde te zitten leverden de rechercheurs van de 'dienst
beheer vijandelijk vermogen' Carel Prenger regelmatig af op
zijn privé-adres. Zaterdag 9 februari 1946 nam Carel Prenger
de benen vanuit zijn woning. Waarom was iedereen zo
geïnteresseerd in hem? Uit het dossier dat Discovery Planet
in handen heeft gekregen blijkt dat Carel Prenger verdacht
werd van het bezit van geroofd joods goud met een destijds
waarde van 2,75 miljoen gulden. Op de dag dat Prenger
gevlogen blijkt te zijn brengen eerst de rechercheurs
Stappert en Thomasse van de 'dienst beheer vijandelijk
vermogen' drie keer een bezoek aan het huisadres van Carel
Prenger.
De rechercheur Thomasse dreigt volgens de vrouw van Prenger
de voortvluchtige neer te schieten. De rechercheurs van
beide afdelingen vangen echter die dag bot. Plotseling
blijkt, via een in beslag genomen uit de gevangenis
gesmokkeld briefje, Carel Prenger op 29 maart 1946 weer in
de gevangenis te zitten. Hoe hij weer in de gevangenis is
terecht gekomen weten we niet.
Passen voor Zuid-Amerika en goud
Het briefje gedateerd 29 maart 1946 van Carel Prenger in het
Huis van Bewaring II te Amsterdam aan een kennis van hem
genaamd Joop Gunderson alias Zwarte Joop leest als het begin
van een spannende thriller.
(niet geredigeerd) "Joop den passen voor Zuid Amerika zijn
klaar 5 stuks - alleen de foto's moeten ze nog hebben. Al is
nog vijf dagen had gewerkt dan had alles klaar geweest -
maar waar ik een broodje goud wilde verkoopen bij Hannij de
Rond ophet Rembrandtsplein - die liet mij er in loopen. Joop
het diamant en goud van die Turksche Jood is er ook nog - de
rest heb ik verstopt dat kan ik zoo halen - als ik of wij
weg gaan. Vertel mij is Joop blijf jij hier of ga je ook
plijten."
Dit briefje, in het dossier dat Discovery Planet heeft, is
een eerste aanwijzing dat Carel Prenger samen met andere
Amsterdamse onderwereldfiguren zoals de geadresseerde Zwarte
Joop maar ook de beruchte Dries Riphagen (alias Al Capone)
betrokken was bij het verraden en beroven van Amsterdamse
joden. Van de voor de Duitse Sicherheitsdienst werkende
Riphagen is bekend dat hij zo'n 200 mensen de dood heeft
ingejaagd. Hij leverde joden aan de Duitsers uit terwijl hij
voorspiegelde ze te helpen naar Zwitserland te vluchten.
Riphagen wist op 18 februari 1946 uit handen van justitie te
ontkomen. In een briefje gericht aan Zwarte Joop van 31
maart 1946 beweert Carel Prenger, terwijl hij in de
Amsterdamse gevangenis zit, dat hij weet waar Dries Riphagen
met nog vijf gezochten (genoemd worden Visee, Kloosterboer
en 3 S.D.'ers) zit ondergedoken. Die wachten om te
vertrekken richting Zuid-Amerika. Van Dries Riphagen is het
bekend dat hij uiteindelijk naar Argentinië wist te vluchten
en tot zijn dood in 1973 te Genève uit handen van de
Nederlandse justitie bleef.
In tegenstelling tot het verhaal van Riphagen is het verhaal
van Carel Prenger tot nu toe onbekend gebleven.
Verbaan en het goud van de synagoge
In het dossier van de Amsterdamse politieke opsporingsdienst
zitten allerlei door die dienst in beslag genomen briefjes
gericht aan of afkomstig van Carel Prenger toen hij vanaf in
elk geval 29 maart 1946 weer gevangen zat. Joop Gunderson
alias Zwarte Joop aan wie veel briefjes van Prenger gericht
waren speelde onder één hoedje met een rechercheur van de
politieke opsporingsdienst. Die rechercheur, Johannes
Verbaan, liet volgens een rapport van hem d.d. 25 april 1946
Carel Prenger via Zwarte Joop doen geloven dat hij wel in
was om er voor te zorgen dat Prenger weer kon ontsnappen. De
rechercheur Verbaan was er van overtuigd dat Prenger de
beschikking had over het goudvermogen van de joodse
synagoge.
Volgens zijn rapport zou het gaan om een partij goud ter
waarde van 2,75 miljoen gulden (waarde 1946) die door een
rabbijn van Dam in beheer zou zijn gegeven aan Carel Prenger.
Of we hier werkelijk te doen hebben met goud uit de synagoge
valt te betwijfelen. Waarschijnlijker is het dat hier sprake
is van geroofd goud en bezittingen van joden en niet
afkomstig uit de synagoge. Bij de goudschat uit de synagoge
moeten we waarschijnlijk meer denken aan een al mythisch
geworden begrip vlak na de Tweede Wereldoorlog.
Schatgraven
Carel Prenger beweert dat de helft van de buit verborgen zit
in twee carbietbussen die ergens in Amsterdam onder water
liggen. Die twee bussen vol goud zouden bij elkaar wel 144
kilo wegen. Rechercheur Verbaan vertelt in zijn rapport dat
hij Carel Prenger weet te overtuigen dat ze samen met Zwarte
Joop er met de buit vandoor zullen gaan. Allemaal met als
eigenlijk doel de schat te onderscheppen voor justitie.
Verbaan vertelt in zijn rapport dat hij Prenger op
dinsdagochtend 23 april 1946 samen met Zwarte Joop uit de
gevangenis haalt. Nadat ze eerst hun onderduikadres bekeken
hebben gaan ze per roeiboot op weg naar de plek waar volgens
Carel Prenger de goudschat verborgen ligt. Het gezelschap
wordt vanaf de weg geschaduwd door een auto vol
rechercheurs. Over het IJ varend bereiken de schatzoekers de
spoorbrug bij het einde van het Westerdok en begin van de
Korte Prinsengracht. Onder de tweede boog rechts van een
lichtmast als ze met hun rug naar het IJ stonden zou zich de
geroofde joodse schat moeten bevinden.
De drie schatzoekers beginnen te dreggen en slaan inderdaad
een zwaar voorwerp aan. Prenger doet aan de rechercheur de
suggestie een touw bovenop de spoorbrug te bevestigen zodat
de zware goudschat goed gefixeerd zou zijn. Terwijl Verbaan
Prenger onder schot houdt klimmen ze via een soort
afvoerpijp naar boven! Op de spoorbrug aangekomen wordt het
touw zoals door Prenger voorgesteld aan de brugleuning
vastgemaakt. Even later nadert een trein en dat is het
moment dat justitie Carel Prenger voor het laatst zag.
Vlak voordat de trein de rechercheur Verbaan en Carel
Prenger passeert rent Prenger voor de trein langs. Verbaan
heeft naar zeggen geen tijd om te schieten en moet wachten
totdat de trein gepasseerd is. Als hij de achtervolging
inzet is Carel Prenger voor de tweede maal en nu definitief
buiten bereik van de gerechtigheid. Ook het vermeende goud
werd niet teruggevonden.
Het mysterie Prenger
Volgens de verschillende uit en in de gevangenis gesmokkelde
briefjes lijkt het er op of Carel Prenger ondanks de niet
gevonden goudschat de beschikking had over veel geroofd
joods goud en andere bezittingen. Zo heeft hij het over een
zekere Luk waar hij in de oorlog overvallen mee uitgevoerd
heeft en die bij arrestatie 85.000 gulden op zak had.
Daarnaast probeert hij telkens met goudstaven 'platten' of
'Russen' om te kopen (beide bargoens voor politie).
Bovendien had Carel Prenger vanuit de gevangenis de
beschikking over valse passen. Daarnaast kende hij een
alternatief onderduikadres van een jood die volgens zijn
zeggen 16 joden aan de Sicherheitsdienst had verraden. Het
lijkt er op of Prenger meer een spel speelde met Verbaan dan
andersom. In de briefjes van Prenger speelt geld geen rol om
mensen om te kopen of auto's te regelen. Onduidelijk blijft
dus in het dossier van Discovery Planet hoeveel goud en
andere bezittingen Prenger mogelijk geroofd heeft in de
Tweede Wereldoorlog en waar het verborgen was.
Waar is Carel Prenger gebleven?
In oktober 1946 vertrekt het schip de Stad Amsterdam IV
vanuit de haven van Amsterdam naar Antwerpen. De dienst
politieke misdrijven en het BNV zijn dan al in een stroom
van misleiding en chaos opgeheven. Een ex-lid van die dienst
rapporteert nog tevergeefs aan zijn nieuwe gewone
politiesuperieuren dat zich aan boord van dat schip goederen
van Carel Prengers kunnen bevinden. Hij wijst de Amsterdamse
politie er ook op dat de vrouw van Carel Prengers inmiddels
in Antwerpen verblijft. En hij vermoedt ook dat Carel
Prengers broer Sjef zich daar schuil houdt. Sjef Prenger
werd ook gezocht vanwege werkzaamheden voor de
Sicherheitsdienst en lidmaatschap van de N.S.B. en W.A. .
Uit de stukken in ons dossier blijkt dat Prenger aan valse
passen kon komen. Is hij zoals aangekondigd in zijn briefjes
inderdaad vanuit Antwerpen uitgeweken naar Zuid-Amerika. Net
als zijn 'partner in crime' Dries Riphagen die ook, zoals
vele andere Nederlandse (oorlogs)misdadigers, vanuit België
is uitgeweken naar het veilige Zuid-Amerika? Zover we hebben
kunnen achterhalen is in elk geval Zwarte Joop niet
uitgeweken naar Zuid-Amerika. Van rechercheur Verbaan
vermoeden we dat hij na de affaire Prenger de dienst heeft
verlaten.
Wie aanwijzingen heeft in dit spel mag het zeggen! Leefde of
leeft Carel Prenger met zijn directe familie van wie weet
het geroofde joodse goud of andere bezittingen ergens in
Zuid-Amerika? Of dook hij in Nederland, België of ergens
anders onder met een valse naam?
|
|
Duistere krachten - Deel 6
Reinder Zwolsman : van dubieuze verzetsman tot het
REM-eiland
Zwolsman werd na de oorlog gearresteerd en het Bureau
Nationale Veiligheid stelde onder Sanders een onderzoek in.
Reinder Zwolsman werd er van verdacht dat hij gehandeld had
in geroofd joods bezit en geld had verdiend aan de bouw van
bunkers voor de Duitse Atlantikwall (de verdedigingslinie
aan de kust die een Geallieerde invasie moest tegenhouden).
De man had zich in het verarmde, naoorlogse Nederland
bepaald onpopulair gemaakt door met zijn dubieus verdiende
geld te pronken en grote feesten te organiseren.
Zwolsman en de katholieke elite
Kortom Reinder Zwolsman met zijn ongrijpbare oorlogsverleden
en zwart geld vermogen had veel vijanden. Maar hij had ook
machtige vrienden in de hoofdzakelijk katholieke politieke
elite van na 1945. Machtige politici als Kortenhorst en
Romme hielden volgens het Haagse geruchtencircuit hem de
hand boven het hoofd. Sanders van het BNV kwam eigenlijk tot
de conclusie dat, ofschoon hij ernstige verdenkingen had
tegen Zwolsman, nog geen feiten naar voren konden worden
gebracht die in die chaotische tijden tot bewijsvorming
konden leiden.
Mede door het onderzoek van Sanders zat Zwolsman zijn
voorarrest van 4-12-1945 t/m 6-11-1946 uit. Sanders kon
(nog) niet bewijzen dat hij betrokken was geweest bij de
roof van joodse goederen of de bouw van Duitse bunkers. Maar
boze tongen beweerden dat de lichte straf die volgde,wel
eens te maken kon hebben met de plotselinge overgang van
Zwolsman in zijn gevangenis, tot het katholieke geloof.
Zwolsman als gewaardeerde SD-handlanger
Toch was Zwolsman ondanks de relatief lichte straf geen
lieverdje geweest. In het laatste jaar van de oorlog was ook
de Sicherheitsdienst in Den Haag er wel van overtuigd
geraakt dat Duitsland aan de verliezende hand was. Het werd
tijd om je hachje te redden. Dezelfde conclusie had ook
Zwolsman gemaakt die in de oorlog via onroerend goed
transacties veel zwart geld had verdiend. Volgens zijn
accountant begon hij het Haagse verzet financieel te
ondersteunen voor totaal Hfl. 396.650,=. Maar Zwolsman hield
wel in de gaten dat hij met zijn transacties zelf zo'n 6 ton
overhield!
Zwolsman wist zich met instemming van de SD in zo'n positie
te werken dat hij een ogenschijnlijk belangrijke steunpilaar
van het Haagse verzet werd. SD en het verzet begonnen op
zijn initiatief nauw met elkaar samen te werken met als
gemeenschappelijk doel dat er zo weinig mogelijk doden
zouden vallen. Tijdens vergaderingen van de SD en het Haagse
verzet werden afspraken gemaakt om wapenopslagplaatsen van
het verzet te centraliseren. Daardoor zouden avonturiers(!)
minder snel een wapen in handen kunnen krijgen waarmee een
Duitse militair kon worden geliquideerd.
De gebruikelijke Duitse geldingsmaatregelen bleven dan ook
uit. Men zei wel dat in Den Haag in het laatste oorlogsjaar
geen bloed vloeide maar jenever! Met dekking van de SD
voelde Zwolsman zich als een vis in het water en had zich
precies zo'n positie verworven die hij wenste. De
samenwerking verliep zelfs zo soepel dat onder de veilige
SD-paraplu Zwolsman wapens van het verzet vervoerde. In Den
Haag was het operette-verzet aan de macht dat volgens
afspraak weinig tegen de Duitsers uitrichtte. Vrolijke noot
hierbij was dat in de winter een SD-wagen een wagen van het
verzet aansleepte omdat deze door de kou niet wilde starten.
Het lijk in de tuin van de Ursula-kliniek
Waarom werd Zwolsman waarschijnlijk terecht door een groot
gedeelte van de bevolking gewantrouwd. Het is volgens Gerard
Aalders in de 'Affaire Sanders' aannemelijk dat Zwolsman
overvallen uitvoerde op zwarthandelaren in Wassenaar, Delft
en Katwijk en zich zo legitiem van nieuwe 'buit' voorzag..
Ook speelde hij een nogal vreemde rol bij het opsporen van
een Duitse deserteur die uiteindelijk zijn leven bungelend
aan de galg verloor. Er werd gefluisterd dat Zwolsman van
deze deserteur afwilde omdat de Duitser een 'zwartboek' over
de SD bijhield waarin ook de rol van Zwolsman naar voren
kwam.
De vreemdste affaire waarbij Zwolsman betrokken was speelde
zich af in de tuin van psychiatrische Ursula-kliniek in
Wassenaar waar het lijk gevonden werd van de collabarateur
van Hasselt. Van Hasselt zou drie leden van het verzet
hebben verraden en was daarom volgens een verhaal
neergeschoten maar zou de aanslag hebben overleefd. Zwolsman
zou daarna de man uit het ziekenhuis hebben gehaald en in de
kliniek hebben laten vermoorden. Het leek er op dat de
Ursula-kliniek zo af en toe diende als een soort
privé-gevangenis voor Zwolsman!
Van Hasselt werd, volgens het wilde geruchtencircuit van die
dagen, geliquideerd omdat hij teveel van de handel en wandel
van Zwolsman afwist. Dit befaamde Ursula-kliniek incident,
werd dan ook weer later in verband gebracht met de
merkwaardige moord, vlak na de bevrijding, op de Haagse
advocaat de Boer in de Goudenregenstraat 146 te Den Haag. De
advocaat zou op 30 mei zijn neergeschoten omdat hij teveel
wist over de bedenkelijke gang van zaken in de Haagse
illegaliteit in de laatste oorlogsjaren.
Van Nederlandsche Oost Compagnie tot REM-eiland
Een andere verdenking die op Zwolsman rustte was dat hij
arbeiders vanuit Nederland zou hebben uitgezonden om de
Duitse oorlogseconomie te ondersteunen. De arbeiders zou hij
nooit hebben betaald. Het is niet bekend of hij daarbij
samenwerkte met de Nederlandsche Oost Compagnie die door
Rost van Tonningen in het leven was geroepen of met de 'Culano'
van Dr. Hans Max Hirschfeld, waarover Ir. C. Staf, directeur
van de Nederlansche Heide Maatschappij, de scepter zwaaide.
Ondanks al die dubieuze acties kreeg Zwolsman gedekt door
inmiddels machtige politieke vrienden als Kortenhorst en
Romme, maar een lichte gevangenisstraf.
Zijn rehabilitatie kreeg een stroomversnelling toen hij
zelfs per Koninklijk Besluit van 1950 de Bronzen Leeuw kreeg
voor zijn Haagse verzetswerk. Met zijn onroerend goed
imperium dat gebouwd was op wellicht dubieus kapitaal, ging
het in de jaren vijftig steeds beter. Zijn EMS (Exploitatie
Maatschappij Scheveningen) bemoeide zich met zulke
instituten als het Kurhaus en Zwolsman was ook de grote
inspirator achter de Scheveningse pier die nu in het bezit
is van het Van der Valk-concern. In de jaren zestig staat
Zwolsman aan de wieg van de geboorte van het REM-eiland.
Vanaf dit stalen platform in de Noordzee bij Scheveningen en
buiten de territoriale wateren willen een aantal industriële
tycoons een eerste commerciële Nederlandse TV-station
beginnen. Naast Zwolsman nemen ook Heerema, Verolme, Sidney
van den Bergh van Unilever en de bank Texeira de Mattos deel
aan dit avontuur. Dit REM-eiland avontuur wordt uiteindelijk
door ingrijpen van de marine verhinderd. Honderdduizenden
Nederlanders konden even dankzij Zwolsman genieten van de
avonturen van Mister Ed, het sprekende paard en de
herdershond Rintintin.
Maar ook duizenden Nederlanders hadden aandelen REM-eiland
gekocht die, nadat de Texeira de Mattos bank klapte hun geld
kwijt waren. De VAT affaire staat nog menigeen bij ! Het
REM-eiland werd weer de basis voor de oprichting van de TROS
als omroepvereniging. Uiteindelijk ging het
Zwolsman-imperium ten onder en in een fraaie omkering van de
kansen nam bijvoorbeeld de joodse onroerend goed bezitter
Caransa een aantal bezittingen van Zwolsman over. Het kan
verkeren!
De openstaande vragen
De vraag blijft of Zwolsman arbeiders via de Nederlandsche
Oost Compagnie naar het buitenland stuurde en in hoeverre
hij zijn kapitaal verdiend had met geroofde bezittingen? In
elk geval was Zwolsman een uitgelezen voorbeeld van iemand
die vooral in de laatste jaren van de oorlog optimaal
profiteerde van de chaotische toestand en na de oorlog kwam
hij betrekkelijk makkelijk van een onderzoek en vervolging
af.
Zelfs de doortastende Sanders van het BNV wist weinig
belastend materiaal over Zwolsman boven tafel te krijgen,
afgeremd door het nog steeds zeer twijfelachtige ingrijpen
van Louis van Einthoven, zelfgekroond hoofd van het Bureau
Nationale Veiligheid en premier Beel middels Sanders
verrassende arrestatie. Wat ook de hier achterliggende
gronden mogen zijn of mogelijk politieke motivaties, zal
waarschijnlijk nooit geheel meer boven water komen; maar
merkwaardig blijft het feit dat een Einthoven, zeker niet
van onbesproken gedrag tijdens de oorlog, tot in de
zeventiger jaren zijn invloed kon blijven aanwenden om de
geschiedenis naar zijn hand te zetten.
Maar net als de affaire Menten die in 1976 opspeelde nadat
Menten al in 1946 een lichte straf had gekregen hebben de
affaires uit een schijnbaar ver verleden de neiging telkens
weer de kop op te steken.
|
|
Duistere krachten - Deel 7
De zaak Menten
In ons onderzoek in het Dossier Duistere Krachten kwamen we
ook op het spoor van de zaak Menten. Vanuit Polen kregen we
zelfs nieuwe feiten aangedragen.
Eén van de opmerkelijkste zaken die na de oorlog speelde was
de zaak Menten. In 1949 stond Pieter Nicolaas Menten terecht
omdat hij gedurende de Tweede Wereldoorlog gecollaboreerd
zou hebben met de Duitsers, in vreemde krijgsdienst was
getreden en kunstbezit geroofd zou hebben. Pieter Menten zou
de meeste van die vergrijpen gepleegd hebben in Oost-Polen.
Menten weet zich gesteund door de advocaat, KVP-lid en
destijds voorzitter van de Tweede Kamer mr. L.G. Kortenhorst
handig uit die zaak te draaien. Naar verluid zou mr.
Kortenhorst de toen vorstelijke som van rond de 200.000
gulden getoucheerd hebben. Niet Menten maar zijn aanklagers
de commissaris van politie in Bloemendaal Piet van
IJzendoorn en de officier van justitie van het Bijzonder
Gerechtshof mr. Rohling komen door de zaak Menten in de
problemen.
Het lijkt er op of in 1949 de zoveelste episode in het
Dossier Duistere Krachten zijn loop neemt. Collaborateurs en
oorlogsmisdadigers die dik verdiend hebben ontspringen de
dans dankzij politieke protectie. Goedwillende
rechtsdienaren komen à la het hoofd van de politieke
opsporingsdienst van de BNV Wim Sanders in de problemen.
Terug in de tijd
In 1976 kondigt de schatrijke Pieter Menten aan dat hij op
21 juni een aantal van zijn kunstwerken zal laten veilen bij
Sotheby Mak van Waay. De arrogante Menten denkt dat hij na
1949 onaantastbaar is geworden. De hoofdredacteur van het
tijdschrift Accent Hans Knoop wordt vanuit Israël getipt dat
veel van het kunstbezit dat Menten in eigendom heeft wel
eens geroofd kan zijn uit Oost-Polen.
Hans Knoop gaat op onderzoek uit en komt met schokkende
onthullingen. Pieter Menten zorgde gedurende 1941 t/m 1943
voor een waar schrikbewind in de door de nazi's bezette
streek Galicië. Al ver voor het begin van de Tweede
Wereldoorlog in 1939 was Pieter Menten die stamde uit een
rijke koopmansfamilie een vooraanstaande landeigenaar in de
uitlopers van het dicht beboste Karpatengebergte. Hij bezit
er uitgestrekte bosarealen en landgoederen.
Daarnaast heeft hij belangen in de olie, een luciferfabriek,
rijstpellerijen en een cacaofabriek. Maar Menten wordt er
door de plaatselijke bewoners ook van verdacht dat hij een
Duitse spion is. Daarnaast is het vrijwel zeker dat hij door
Sir Henrie Deterding, de hoogste baas van de Bataafsche
Petroleum Maatschappij, daar is heen gestuurd. Het is
Mentens taak om het de gehate Russische communisten zo
moeilijk mogelijk te maken bij de net over de grens liggende
oliebronnen.
De jacht van Hans Knoop
Hans Knoop duikt naar aanleiding van de tip in de zaak
Menten. Hij ontdekt dat Menten in 1949 de dans mede
ontsprong door een valse getuigenis van de joodse
kunstkenner Josef Stiglitz die gedurende de oorlogsjaren van
Menten in Polen bij hem in dienst was. Menten die geen
verstand van kunst had liet Stiglitz de kostbare kunstwerken
roven in het door de Duitsers bezette Polen. Die grote
plundering van de Poolse kunstschatten kwam op gang nadat in
een verraderlijke deling de Duitsers het westen van Polen
bezetten en de Sovjets het oosten. In 1941 vallen de nazi's
door middel van Operatie Barbarossa de Sovjetunie binnen.
Het schrikbewind van de SS wordt nu uitgebreid over het op
de Russen veroverde oostelijke gebied. In 1939 moest Pieter
Menten vluchtten uit de omgeving van Lemberg (Lwow) toen de
Russen daar binnenvielen. Berooid komt hij aan in Krakau. In
1941 ziet hij zijn kans schoon en als tolk in het uniform
van SS-Hauptscharführer trekt hij achter de oprukkende
Duitse legers richting zijn vroegere bezittingen rondom
Lemberg. Menten weet dat hij door middel van moorddadige
plunderingen zich zelf kan verrijken. Hij is immers niet de
enige die dat doet. Nazi-kopstukken als de
NSDAP-generaalgouverneur Hans Frank van het bezette Polen,
Hermann Göring en de gevreesde SS-kopstukken Himmler en
Kaltenbrunner willen allemaal een deel van de buit.
Kunstmoorden
Hans Knoop ontdekt dat Menten verantwoordelijk is voor de
dood van honderden communisten en joden in dorpen met namen
als Podhorodze, Uricz, Dowge, Kropivoik en Drogobitsch. Hij
vermoordt ook een vroegere rijke joodse grootgrondbezitter
Pistiner waarmee hij voor de oorlog op vriendschappelijke
voet stond. Ook wordt Menten er van verdacht in Lemberg
betrokken te zijn geweest bij de zogenaamde
professorenmoord. De chirurg en kunstverzamelaar prof. dr.
Ostrowski wordt vermoord en zijn uitgebreide kunstbezit
wordt geroofd.
In 1943 rijden drie treinwagons vol geroofde kunstschatten
van Oost-Galicië naar de villa van Menten in Aerdenhout.
Pieter Menten keert definitief terug in Nederland. Dankzij
de geroofde kunstschatten is Menten een vermogend man die na
1949 ongestoord in luxe kan leven. Door Hans Knoop belandt
Pieter Menten in 1977 alsnog achter de tralies. Daar gaat
eerst nog een sensationele ontsnapping aan vooraf als Menten
vanuit zijn Blaricumse villa ontsnapt naar Zwitserland. Maar
daar weet Knoop hem ook weer op te sporen.
Minister van justitie van Agt wankelt in de Tweede Kamer als
het falen van justitie aan de kaak wordt gesteld. Volgens
het Historisch Nieuwsblad (februari 2002) redt de historicus
Fasseur (o.a. biograaf van koninginWilhelmina) de politieke
loopbaan van (KVP-coryfee) van Agt. De onthullingen over en
de jacht op Pieter Menten zijn haast wel het hoogtepunt van
de naoorlogse journalistiek. Menten wordt berecht dankzij de
nieuwe feiten en verdwijnt achter de tralies. Zijn villa in
Ierland wordt tot tweemaal toe het doelwit van geheimzinnige
aanslagen. In 1988 overlijdt de schrik van Galicië als een
gebroken mens in een bejaardentehuis.
Nieuwe feiten over de zaak Menten
Archiefonderzoek in Polen en vertalingen van Poolse boeken
brengen enkele nieuwe feiten naar boven in de opmerkelijke
Menten-zaak die in 1976 Nederland op haar grondvesten deed
schudden.
In zijn boek 'De Zaak Menten' gaat Hans Knoop ook op bezoek
bij de broer van Pieter Menten. Dirk Menten woont
comfortabel in het Franse Cannes. Knoop vermeldt in zijn
boek dat Dirk Menten ook niet helemaal brandschoon was omdat
hij in België tot levenslange gevangenisstraf was
veroordeeld wegens economische collaboratie met de Duitsers.
Hij zou een leerfabriekje hebben gehad dat koppels voor de
Wehrmacht maakte.
Volgens het Poolse boek 'Zbrodniarz spod znaku swastyki' van
Boris Antonenko Tichonovic (Wydawnictwo Prawnicze, Warszawa
1986) was Pieter Menten al voor 1943 weer voor korte tijd
terug in Nederland. In 1942 werd Pieter Menten volgens een
getuigenis van zijn chauffeur Tadeusz Podhorodecki vaak in
het gezelschap van een onbekende hoge SS-officier
gesignaleerd in Kiev, Riga, Lemberg en Krakau. Steeds was
hij op jacht naar kunstschatten die hij kon stelen van de
Poolse joden, katholieke kerk of aristocratie. Polen was
immers een kolonie geworden van de nazi's waar vooral de SS
naar hartelust plunderde en moordde.
Kalt gestellt
Zowel joden als Polen waren voor de nazi's Untermenschen.
Het nazi schrikbewind was vele malen erger dan bijvoorbeeld
in het bezette Nederland. In 1942 is volgens het boek van
Tichonovic Pieter Menten daarna in Berlijn, Brussel,
Nederland en ontmoet hij in Parijs zijn broer Dirk. Pieter
Menten was in die tijd bevreesd voor Ernst Kaltenbrunner die
later in 1943 hoofd van de Sicherheitsdienst zou worden (SS-Obergruppenführer).
Waarom was Menten zo bang voor Kaltenbrunner? Beter gezegd
is eigenlijk wie was er niet bang voor Kaltenbrunner? Zelfs
de in rang hogere Heinrich Himmler, de opperbaas van de SS,
was op het einde van de oorlog doodsbang voor de fanatieke
en niets ontziende Kaltenbrunner.
In Polen was niet alleen een verschrikkelijke
uitroeingsoorlog aan de gang tegen Polen en joden. De
verschillende hogere en iets lagere SS'ers en nazi's roofden
voor eigen belang het land leeg. De in theorie alleenheerser
over Polen gouverneurgeneraal Frank leefde in grote en
luxueuze stijl en na de oorlog werden in zijn privé-huis in
het Beierse Neuhaus geroofde schilderijen aangetroffen van
Raphael, Leonardo da Vinci en Rembrandt. Maar Frank was niet
de enige die moordde en plunderde. Himmler, Kaltenbrunner en
Göring wilden ook hun deel van de buit. De sluwste rover in
Galicië was dr. Karl Lasch. Deze gouverneur van Galicië en
het Radom-district deelde zijn buit niet met de hogere
SS-kopstukken. Dat werd Lasch noodlottig en hij werd 'kalt
gestellt'. Lasch was een protégé geweest van de 'burger'
Frank. De SS van Himmler had een machtsstrijd gewonnen.
Treinwagons
Ook de activiteiten van Pieter Menten voor eigen gewin
liepen teveel in de gaten. Op 18 januari werd Menten
gearresteerd door de Gestapo. Het lijkt er op dat hij en
zijn opgeslagen kunstbezittingen in zijn huis in Krakau
(cynisch genoeg de vroegere residentie van de Nederlandse
consul) speelbal geworden waren van een spel tussen de
SS-kopstukken Himmler en Kaltenbrunner. Een hoge SS-officier
genaamd Sturmbannführer Kipka reist waarschijnlijk naar
Himmler in Berlijn en krijgt hem na drie weken verblijf in
de gevangenis vrij.
Menten trekt daarna in SS-uniform en in gezelschap van
hogere SS-officieren op kunstroof door Oost-Polen, het
Baltische gebied en de Oekraïne. Maar in 1943 haalt hij al
zijn bezittingen en geroofde schatten uit zijn flat in
Lemberg en huis in Krakau omdat Kaltenbrunner hem weer op de
hielen zit. Drie treinwagons kunnen ongestoord door het
bezette Europa rijden.
Vragen die openstaan maar waar naar in de Poolse en
Nederlandse archieven gespeurd wordt zijn:
Wat bespraken Pieter en Dirk Menten in Parijs? De verdeling
van de geroofde kunstschatten? Was Dirk Menten een minder
onschuldige fabrikant van Wehrmacht-koppels dan tot nu toe
aangenomen?
Wie waren de hogere SS-officieren waarmee Pieter Menten
Riga, Kiev, Lemberg en Krakau bezocht? Bekend is dat op het
einde van 1942 ook hogere Nederlandse SS-officieren dit
gebied bezochten.
Welk spel speelde Himmler en Kaltenbrunner met Menten en hoe
lagen de verhoudingen?
Pieter Menten kende de gouverneurgeneraal van Polen Frank
persoonlijk. Hij bezocht hem op zijn kasteel Wawel in Krakau
en in Mentens huis in Krakau waren veel SS- en SD-officieren
tijdens alcoholische feesten te gast. Beruchte namen zijn:
Kipka, Rosenbaum (SS-Polizeiführer Krakau), Schwartzweide,
Haferung, Tadeusz Wierzejski, Brigitta Frank en anderen. Het
lijkt er op dat Pieter Menten toegang had tot de hoogste
leden van de nazitop.
Het is volgens het boek van Boris Antonenko Tichonovic
bekend dat de persoonlijke secretaris van Pieter Menten naar
het casino in Krakau ging met geheime boodschappen. Welke?
Het lijkt er op dat hoge Nederlandse ambtenaren die onder de
Duitse bezetting in functie bleven en Nederlandse
industriëlen contacten hadden met het SS-Einsatzkommando
Galizien. Hadden ze ook contact met Pieter Menten?
Een heleboel vragen die niet allemaal meer opgelost zullen
worden zo ver na het einde van de Tweede Wereldoorlog. Toch
liggen er in Poolse archieven en bronnen informatie
verborgen over de zaak Menten die nog een net iets ander
licht werpen op wat we nu in Nederland weten.
De jacht op meer informatie over de zaak Menten gaat in
Dossier Duistere Krachten verder. Want denk niet dat de
Tweede Wereldoorlog een afgesloten hoofdstuk is. Onnoemlijk
veel kunst, geld, edelstenen en goud is destijds geroofd.
Die geschiedenis begint nu pas te spelen. ANP-bericht van
woensdag 13 februari: "Banken zoeken nabestaanden van joodse
rekeninghouders." Waarom nu pas? |
|
|
|
|
|
<- Terug |
|