|
|
|
|
|
Asser
Benjamin Kleerekoper - SDAP-Kamerlid en journalist/propagandist, is
geboren te Tiel op 22 september 1880 en overleden te Amsterdam op 14
april 1943. Hij was de zoon van Samuel Chananja Kleerekoper,
onderwijzer en rabbijn, en Carolina Hirsch. Op 17 juni 1909 trad hij
in het huwelijk met Constance van den Bergh (Oss, 14-01-1887 - ??), met wie hij een zoon
kreeg. Dit huwelijk werd ontbonden op 23 april 1917. Op 22 augustus
1922 hertrouwde hij met Henriëtte van Dam van Isselt (Den Haag
06-12-1895 - Amsterdam 06-12-1972), kunsthistorica
en hoofd van de afdeling Kunstzaken der gemeente Amsterdam. Dit
huwelijk bleef kinderloos en werd ontbonden op 17 juli 1930.
Kleerekoper werd vaak aangeduid als ABK.
Pseudoniemen: Kijker, OK (Oproerige Krabbelaar), Adam van Tiel.
Kleerekoper sproot voort uit een joodse familie. Zijn vader en
grootvader waren populaire rabbijnen met verlichte opvattingen. Hij
is daar altijd trots op geweest. Hij volgde het gymnasium in Tiel,
waarna hij in Utrecht rechten ging studeren. Na het kandidaatsexamen
zette hij de studie niet voort, maar trad als journalist in dienst
bij De Telegraaf in Amsterdam en schreef er onder het pseudoniem
Kijker hoofdartikelen, schetsen en rechtsverslagen. In zijn
studententijd werd hij zionist en van 1905 tot 1909 was hij
hoofdredacteur van De Joodsche Wachter, orgaan van de Nederlandsche
Zionistenbond. Hij was er bekend om zijn sociale inslag. In een
debat in 1904 met Sam de Wolff poneerde hij de stelling dat
socialisme en zionisme onverenigbaar zijn. Hij werd dan ook nooit
lid van Poale Zion. Als student volgde hij eens een cursus van
Herman Gorter over het historisch materialisme, die een grote indruk
op hem maakte. Dit èn zijn medegevoel met armoe en onderdrukking
brachten hem tot de SDAP, waarvan hij op 22 september 1909 lid werd.
Het wantrouwen dat hij er aanvankelijk ontmoette, wist hij door een
grote inzet bij het afdelingswerk te overwinnen. Weldra trok hij
avond aan avond als propagandist het land in. Hij slaagde er in 1913
in de Tweede Kamerzetel voor district Amsterdam VIII voor de SDAP te
veroveren (hij bleef Kamerlid tot 1931) en werd eveneens gekozen als
lid van de Amsterdamse gemeenteraad (1913-1923), als lid van de
Provinciale Staten van Noord-Holland (1914-1929) en als lid van het
partijbestuur (1914-1931). Ook was hij federatievoorzitter te
Amsterdam van de SDAP (1919-1921) en lid van het centraal bestuur
(1924-1928) en van het dagelijks bestuur (1926-1928) van het
Instituut voor Arbeidersontwikkeling. In de publieke functies hield
hij zich voornamelijk bezig met onderwerpen betreffende justitie,
politie en kunstzaken.
Deel tekst bron:
socialhistory.org |
|
Binnen de SDAP was Kleerekoper vooral bekend als spreker en
schrijver van de spraakmakende 'Oproerige Krabbels' die hij in "Het
Volk" publiceerde. Tussen 1915 en 1940 verschenen er in totaal
ongeveer zevenduizend 'Oproerige Krabbels' die hij ondertekende met
de letters ABK. Van deze columns, zoals we ze nu zouden noemen,
verschenen in 1918 en 1933 ook een tweetal verzamelbundels.
Daarnaast schreef ABK hoofdartikelen in bladen als "Het Volk",
"Voorwaarts" en "De Notenkraker" en was hij actief als organisator
van geldinzamelingen. Daarnaast sprak hij voor de VARA-microfoon
kerst- en nieuwjaarsredes uit.
Nadat zijn huwelijk met Constance van den Bergh op 23 april 1917 was
ontbonden, hertrouwde Asser Benjamin Kleerekoper op 21 augustus 1922
met de kunsthistorica en hoofd van de afdeling Kunstzaken van de
Gemeente Amsterdam, Henriëtte van Dam van Isselt. Dit huwelijk bleef
kinderloos en werd op 17 juli 1930 ontbonden.
In mei 1929 kreeg ABK een beroerte waardoor hij lange tijd buiten
spel kwam te staan. Pas in oktober 1932 kon hij, verlamd aan beide
benen, het ziekenhuis verlaten. Tijdens het begin van de bezetting
werd Asser Benjamin Kleerekoper opnieuw ziek. Verlamd was hij aan
bed gebonden en hij werd opgenomen in de Joodse Invalide waar hij op
14 april 1943 overleed.
Deel tekst bron:
Joods Historisch Museum |
|
|
|
|
|
<- Terug |
|